Wat in de Gouden Eeuw van Hans Goedkoop jammerlijk ontbrak was seks. En dat terwijl er zo'n mooi doortimmerd boek over bestaat.
In 'Het woord is aan de onderkant' (2002) beschrijft cultuurhistorica Inger Leemans de samenhang van de radicale ideeën van onze gouden eeuwers met de pornografische romans die tussen 1670 en 1700 verschenen. Ook daarin liepen we voorop. Eenmaal vrij van het Roomse gezag vonden onze pornografen bij Descartes en Spinoza argumenten om God het gebod 'gij zult van mijn schepping zoveel mogelijk genieten' toe te schrijven. Seks was goed voor de ziel en dus een leidraad voor het zedelijk leven.
Een figuur als de filoloog Hadrianus Beveland leest het scheppingsverhaal zo: Eva bezwijkt voor de door de slang geschetste lusten, de appel staat voor de eerste geslachtsdaad en daar begint de erfzonde. Alle menselijk handelen wordt door lust gestuurd. De rest is hypocrisie.
Inger Leemans citeert uit oa. 'Jan Stront' (1696) en 'D'Openhertige juffrouw' (1680), waarvan ze ook leesedities verzorgde. Boeken van een vergaande eerlijkheid over list en bedrog in de seksuele omgang. Later meer.