Mijn eerste bezoek aan het Lam Gods van de gebroeders van Eyck in Gent werd onvergetelijk door de explicateur. Hij klapte het veelluik deel na deel open, zoals dat eens ooit bij feestdagen was gedaan, vertelde en vertelde. Tegenwoordig luistert daar een zwijgende menigte naar z'n oordoppen en het Lam staat onbeweeglijk stil.
Die zeer Gentse explicateur begon bij de buitenluiken, Adam en Eva. In het nummer van Kunstschrift dat verscheen bij de tentoonstelling 'De weg naar Van Eyck' licht Ann-Sophie Lehmann uit heel dat veelluik de tenen van Adam.
Het lijkt wel of Adam het doek uit wil stappen. Op de onderschildering doet hij dat nog niet, zo laat infrarood zien. De voet stond vlak, net als die van Eva. Maar Van Eyck overschilderde Adams voet in verkort perspectief. En zie, er is een derde dimensie. En drama: Adam zet een 'giant step' voor de schilderkunst.
Diepte en textuur van de figuren, hun kleren en omgeving komen tot leven. Ook door de lichtval. In Rotterdam zie je wat voorafging. Alsof de figuren bij z'n voorgangers al zoetjes wakker worden uit een eeuwenlange verstarring. Uitstekende voeten waren bekend uit de beeldhouwkunst en van prenten. Van Eyck wist van tenen.