De architectuur en de nieuwe mens, een onafscheidelijk duo. Architecten weten wat goed voor ons is. Bij Constant Nieuwenhuis hoort daar een knipoog bij. Net als bij Provo, waar hij even aan meedeed.
Dat was nodig want de tirannie van architecten als Corbusier en de mannen van De Stijl neigde naar dwingelandij. Constant zei dat vaarwel en schiep dromen.
Zijn Nieuw Babylon, waarvan hij de maquettes en tekeningen vermaakte aan het Haags Gemeentemuseum, staat daar nu – naast zijn schilderijen - uitgestald. Met zijn waarschuwing er bij: maquettes zijn speelgoed.
In het grote plan staan deze bouwsels boven bestaande stadsdelen.
Denk je een geautomatiseerde samenleving met reizende, spelende mensen. De nieuwe mens, tja.. Niet altijd braaf. Op den duur ontwierp hij versies van zijn droomsteden waarin seks en geweld mochten meedoen.
Al zijn bouwsels staan op pootjes. Zodat ze lijken te zweven. Als vliegende schotels of te drijven op water. Verplaatsbare wanden, bruggen, ladders alom. Ruimte is betrekkelijk.
Hij begon ermee in 1956 en beëindigde het in 1974. En zo kijk je rond in zijn denkbare wereld. Worden zijn maquettes kunstwerken om bij weg te dromen. Mooi, bovenal. Vraag niet hoe het leven daar toe gaat. Bedenk het zelf.
De spelende mens, de Homo Ludens. Achteraf bezien sloeg Constant - in het voetspoor van Johan Huizinga - de spijker op z'n kop.
Hij heeft veel invloed gehad op architectuur. Juist omdat zijn ideeën niet dwingend zijn. Fantasieën zijn het, meer niet. Wat is wonen? Wat is een verdieping? Wat betekent hoogte? Ik ken een dichter die uitsluitend op derde verdiepingen wil wonen. Dat is voor hem de juiste hoogte om uit te zien en omlaag te kijken.