Kreek Daey Ouwens en de stilte

 'Oefeningen in het alleenlopen' heet de nieuwe bundel van Kreek Daey Ouwens. Het alleen, het lopen. Het lijken de eerste stappen van een kind dat leert luisteren. En al een heel leven met zich draagt.

Hoe zwaar kan een huis wegen, met personages erin als twee grootvaders, een grootmoeder, een moeder, een zusje, een dood broertje en dingen, o zo veel dingen. En een buiten met vliegen, vogels, wolken. Maar waar is vader gebleven? Luister, het is stil:

 'De paddestoelen waar ik zo van houd./ ze komen in de nacht.

 De stille grootvader vraagt om hete koffie en/ laat die dan koud worden.

 De grootmoeder zet foto's uit elkaar zonder er/ naar te kijken.

 Onze moeder veegt het stof van de schoorsteenmantel./ Ze veegt het houten hert, de ivoren krokodil, de/ pauwenveren in de hoge vaas. In de avond veegt ze/ opnieuw.'

Soms staan er maar twee of drie regels, zoals:

 'De schoenen van vader staan met hun/ neus naar voren. Alsof ze zo naar buiten/ lopen. Wij denken onszelf weg.'

Kreek Daey Ouwens orkestreert de stilte:

 'Soms is het huis bang voor de mensen./ Soms is het huis stil.

 Met elke stap kun je in een val lopen./ Er is geen wind in de bomen. Er vliegt/ alleen een vogel naar het dak. Vlak voor-/dat hij landt komt hij terug en/ blijft op de grond zitten of hij daar/ is neergezet.

 Overal waar je loopt ligt glas.'

En dan:

 'Wat we niet weten slaan we op in ons hart.'