Museale snelweg

 'De museale snelweg af' heet het lumineuze boek van Karel Schampers waarin hij de weg wijst naar half vergeten of over­geslagen musea in België en Noord-Frankrijk. Een ideale zwerf­gids.

 Het museum-zwembad in Douai noemde ik al, maar in de Leiestreek bijvoorbeeld vind je behalve het Museum Dhondt Dhaenens met zijn verzameling Tytgats, Van den Berghes en Van den Woestijnes ook zo'n uniek woonhuis dat na de dood van de schilder (1943) tot museum gemaakt werd, zoals dat van Ensor in Oos­tende. Dit Museum Gust De Smet in Deurle, aan de Gust De Smetlaan nummer 1, heeft honderden werken die in zijn nog steeds intacte atelier achterbleven.

Een zijstraat, en dan. Zoals het oorspronkelijke Magritte museum in zijn woonhuis (1930-1954) in de Esseghemstraat in Jette-Brussel. Even voor­bij de bizarre replica van de grot van Lourdes die boven op de berg van Jette staat, geheel op z'n Magrittes. Zoveel beter dan de zalen die nu in de Kunstberg zijn ingericht.

Het achterhuis waar hij met z'n broer een reclamebedrijfje dreef staat er nog. En de keuken waar hij bij gebrek aan een atelier schilderde. De kolenhaard waart Magritte een stoomtrein uit liet rijden is er ook. Ik herinner me dit verhaal: Magritte komt thuis en treft een hem onbekende deftige heer aan, kennelijk besteld door Geor­gette, die nog een boodschap doet. De heer zegt boe nog bah, het wordt pijnlijk. Dan neemt René­ een korte aanloop en geeft de man een enorme schop voor zijn kont. De man reageert niet, klopt zich af. Ze blijven zwijgend staan wachten op Georgette.

Tags: