Hoewel ik het op geen enkel recensentenlijstje zag was mijn boek van 2017 het tweede deel van de dagboeken van Hanny Michaelis 'De wereld waar ik buiten sta'.
Het is maar zelden dat een boek je zo binnen brengt in een wereld van toen, in dit geval de oorlogsjaren toen ze als dienstmeisje was ondergebracht.
Bijna het hele jaar heeft Hanny me vergezeld. De laatste tijd als hulp in de huishouding in Hoofddorp bij een gereformeerd gezin, dat ze haarscherp beschrijft. Ze weet dan dat haar ouders waarschijnlijk al zijn afgevoerd
Het is oudejaarsavond 1943: 'De stemming was tamelijk lusteloos en wrevelig, vooral later op de avond. Mevr. v.M. werkte erg remmend vond ik, door voortdurend een stichtelijk tintje te willen geven aan deze avond en alle gezelligheid te weren als lichtzinnig en onvroom. Zo kwam het dat we van de stapels oliebollen die 's middags waren gebakken niet een aten en de hele avond op een kopje thee en wat later een glaasje rode wijn voor de volwassenen moesten teren.'
Het is dan een jaar na Hanny ‘s laatste Oudejaar thuis, Toen men elkaar veel geluk en zegen toewenste, terwijl de ouders vrij kort daarna naar Polen zouden worden afgevoerd, waar veel familieleden al waren.
Bij Hanny op de kamer slaapt de 12-jarige Maaike, aan wie ze plotseling - op haar laatste avond in Hoofddorp - opbiecht - wat helemaal niet mag - dat ze joods is en onder een valse naam ondergedoken zit. Waarom?: 'Wat me ertoe bewogen heeft haar dit te vertellen weet ik nog altijd niet. Misschien zucht tot interessantheid, behoefte aan troost, angst verkeerd te worden beoordeeld, een soort verlangen me te rehabiliteren, een neiging te overbluffen, enfin er zijn redenen te over voor mijn bekentenis te vinden. Maar verzachtende omstandigheden vind ik het niet. En ik kan me nog altijd niet vergeven dat ik een kind van 12 jaar zonder enige noodzaak de last van een dergelijk geheim heb opgelegd. Een feit is dat Maaike de volgende dag nog hartelijker voor me was dan eerst en toen ze 's middags afscheid van me nam sloeg ze ineens haar armen om mijn hals, kuste me op beide wangen en glipte toen weg.'
Waarom ze later nooit proza is gaan schrijven bevreemdt me. Ik heb het haar niet meer kunnen vragen. Zou Gerard haar weerhouden hebben?