Dit voorjaar bracht Kunsthal Kade in Amersfoort een nogal filosofische tentoonstelling die voortkwam uit Der Lauf der Dinge van Fischli & Weiss, de gefilmde, schier eindeloze kettingreactie waarin voortdurend van het een het ander komt. Mooie catalogus.
Iets valt waardoor een volgend object in brand vliegt etcetera. Het meest intrigerend was de publieksreactie, ook de mijne, het in de lach schieten.
Je ziet voortdurend iets aankomen en jawel. Het valt, stort zich leeg of rolt weg. Wat is er grappig?
Mijn vader, wiens leven uit ergernis bestond beweerde bij al wat door kinderhanden viel 'ik zag het aankomen, en ik had nog zo gezegd'.
'Het Wolkenpaleis van den Tijd' van Jan van Ossenbeeck uit ca. 1670 laat zien dat het idee er altijd al was. Vrouwen met gevleugelde zandlopers op hun hoofd. Op grafmonumenten stonden ze ook.
Het indrukwekkendst vond ik de lampenkappen van Hildegard Tholens. Die van glas leken, maar gemaakt waren van was, die door de hitte van de gloeilampen langzaam smolt. Op de vloer eronder lag een stapel grillig vervormde resten lampekap.
De spreuken drongen zich op: 'Zie je wel. Als ik het niet dacht. Zo gaat het nou. Sic transit gloria mundi.'
En tegelijk schoot ik in de lach.
En Bert Brecht maakt het af met zijn lied over de 'Unzulänglichkeit des Menschlichen Strebens'.