Vanmiddag opende 'Ontsnapt aan de beeldenstorm' in het Utrechts Catharijneconvent. Een tentoonstelling vol verhalen achter de verhalen.
In 1905 werd in een dichtgemetseld uitbouwtje in de toren van de Nederlands Hervormde kerk in Soest een laatmiddeleeuwse verzameling zwaar beschadigde houten beelden gevonden. Daar kennelijk verstopt tijdens de Beeldenstorm, de aanval van volksdrift die tussen 1566 en 1580 alle katholieke kunst rooide. Vijf eikenhouten beeldgroepen waren erbij, horend tot een passiealtaar, aangetast, niet alleen door vernieling maar ook door vocht en ongedierte.
Dit fragment is uit de afdaling van Christus in het voorgeborchte. Adam heeft zijn arm om Eva geslagen die haar handen biddend samenvouwt. Er zijn resten van vergulding en brokaatpatronen, het hele altaar, bestaande uit zeven delen, moet rijk gedecoreerd geweest zijn en gemaakt rond 1445. De - hoofdloze - Christus legt hier zijn hand op Adams arm om hem uit het voorgeborchte te verlossen. Dit valt af te leiden uit een prent van die tijd die waarschijnlijk losjes als voorbeeld heeft gediend.