Op de Berlijnse tentoonstelling van modetekeningen 'Pailletten, Posen, Puderdosen' leerde ik kortgeleden dat het vrouwenbeen zoals wij het kennen een uitvinding is van kort na de Eerste Wereldoorlog. Ik bedoel het onderbeen, dat zichtbaar werd toen een generatie zich emanciperende vrouwen niet alleen het zandlopercorset afdankte maar ook de bijpassende lange rok en het lange haar. Bij de Bubikopf hoort het onderbeen. Met een rok die op, net boven of even onder de knie valt. En daar komen dan weer kousen van. Een revolutie was het.
Op foto's uit die beginjaren zie je nog betrekkelijk vormloze onderbenen. Maar vrouwenbenen hebben een groot aanpassingsvermogen.
Het jaren '20-been heeft decennialang standgehouden.
De kuitlengte rok kwam en ging twee keer, maar de laatste jaren vormen broek en mini ernstiger bedreigingen.
De fotograaf Roger Cremers exposeert momenteel beenfoto's in het Amsterdamse café de Engelbewaarder.