Een bezoek aan Berlijn heeft op mij nog vaak een zelfde uitwerking als een bezoek aan Verdun. Eens ging ik op weg naar Douaimont, het reuzen ossuaire in de heuvels en werd tegengehouden door de geesten. Het zelfde gebeurde in het Italiaanse Verdun, de Monte Grappa. Daar - boven Bassano del Grappa - reed ik de berg op waar in de Eerste Wereldoorlog net zo lang een loopgravenoorlog heeft gewoed tot vrijwel iedereen dood was. 'Ga terug,' zeiden de geesten.
De geesten spraken tot me in een blokhutachtig bergcafé, waar vergeelde foto's achter glas hingen van tanks en groepen militairen. Het sneeuwt hier boven. Elke winter trekt het vocht achter de fotolijstjes. Het is pure beklemming.
'Ga terug, je hebt hier niets te zoeken.'
En ik ging terug.
In Berlijn, onder de Rijksdag, is een monument voor de - meest joodse - slachtoffers onder de parlementsleden van de Weimarrepubliek.
En daar opeens zag ik de bijna Nederlandse plaatsnamen 'Blomendaal' en 'Overeen'. Horend bij de naam van Hugo Sinzheimer.
Ik zoek hem op, hij vluchtte en werd na 1933 hoogleraar arbeidsrecht in Nederland, werd opgepakt en losgelaten, en dook tenslotte onder. Hij overleefde het Nazibewind en stierf in september 1945 in Bloemendaal-Overveen. Aan ''Haftfolgen'' zegt het monument.
En nu die twee spelfouten.