Geen groter genoegen dan Jan Mulder te horen over Abe. Natuurlijk had hij als jongen al Abe's voetballessen gelezen in Het Vrije Volk. Het legendarische 'Voetballen doe je zó' (1956), nu herdrukt, samen met '100 goals'. Ze moeten nog ergens zijn, gebonden in een mooi mapje.
Moeiteloos stak hij over naar die wereld van zondagmiddagen waar de radiostem van Leo Pagano voetbalwedstrijden opriep die wij jongens beter zagen dan later wat ook op de televisie.
In die wereld was Abe 'het allerhoogste'.
De familie Mulder was voor Abe, en tegen Faas. Toch ook een eenlettergreep die er niet om loog.
Je zag die voetballers niet. Behalve die ene keer dat Jan met z'n vader naar Rotterdam reisde om Abe te zien. Holland-Noord Ierland. In de Kuip, in 1955, Nederland verloor 4-1.
Abe stond inderdaad stil.
Maar kijk, Heerenveen, dat was één enkele speler, zo zat dat.
Je had die wedstrijd dat ze een half uur voor tijd met 5-1 achter stonden tegen Ajax.
En ach. Je raadt het. Het werd toch nog 6-5. Door Abe.
Abe had het in Het Vrij Volk wel over het 'strelen' van de bal. Hij vergeleek zich met biljarters. Was zelf ook een goed biljarter, vertelt Jan, in een tijd dat effect in het Nederlandse voetbal nog nauwelijks bestond. Buitenkant voet, jawel. De teen.
Komende dinsdag na 21.00 is Jan te horen in De Avonden.