In de Amigoe, het blad van Curacao, werd geschreven over de sloop van Carel Weebers Zwarte Madonna. Vanuit Curacao - waar hij sinds zijn emeritaat in een zelfgebouwd huis woont - liet Carel (Carlos) het volgende weten (met dank aan Ida Does):.
De AMIGOE veronderstelt dat de sloop van dit gebouw mij aan het hart gaat. De krant is niet de enige. Tot op het strand van Lagun word ik erop aangesproken. Is de sloop van je ontwerp zoiets is als de dood van een eigen kind? Laat ik iedereen bij deze gerust stellen, dat is niet zo. Een eigen ontwerp, je eigen geesteskind, is meer dan wat ook zodanig verbonden met je geest, dat sloop er niet toe doet. Sinds het ontwerp in je hoofd ontstond blijft het daar zolang het geheugen er nog is. Zoals een dove Beethoven zijn composities kon blijven horen, kan ik op elk moment door meer dan 100 gebouwen lopen die ik ontwierp, ook die niet werden uitgevoerd. Die ik bouwde zal ik niet meer bezoeken, de Madonna ook niet meer. Het in 1980 voor Tanzania ontworpen ziekenhuis bezocht ik nooit, ik weet niet of het nog bestaat. Het Nederlands paviljoen uit 1968 op de Wereldtentoonstelling in Japan was binnen drie jaar na de eerste schetsen al weg. Van het Vietnamese oorlogsziekenhuis uit 1973 bestaat nog een fragment dat nu wordt gebruikt als museum. Maar nog veiliger dan je geheugen zijn de media waarin de ontwerpen werden vastgelegd. Uiteindelijk ligt de architectuurgeschiedenis niet verankerd in steen, maar in archieven, ligt de essentie niet in gebouwen maar in de tekeningen. Van de Zwarte Madonna liggen deze opgeborgen bij het NAi, het Nederlands Architectuur Instituut. Dankzij haar roemvolle sloop is de Madonna ook over 1000 jaar te achterhalen, zelfs na te bouwen. Ik laat geen traan, maar heb te doen met de bewoners die uit hun prachtige woningen verdreven werden. CARLOS WEEBER(architect)CuraƧao Uit: Amigoe, Curacao.