Liefst zou ik nu in Italië zijn. Italië is een man van middelbare leeftijd in een stilstaande auto, langdurig geparkeerd op een rustige plekHet is middag. Dat betekent daar iets anders. Middag betekent moe. Moe van een lange, hete ochtend, moe van een avond die nog komen moet.
De man zit in een Fiatje of een vrachtwagen. Opengeschoven raampjes. Hij leest de roze sportkrant. Of hij staart hij voor zich uit. Moeilijk te zeggen, hij draagt een zonnebril. Dit kan uren duren. Soms hangt zijn mond open. Hij slaapt. Op het plein, of ergens langs de weg, in een parkeerhaven. Daar zit hij, in zijn fauteuil op wielen. De onmisbare uitvinding waarmee men zich kan terugtrekken uit de wereld. Altijd onder een voorwendsel. Heeft hij tegen zijn chef gelogen dat hij nog langs een klant zal gaan? Tegen zijn vrouw dat hij nog moet werken? Hij heeft problemen. Wat kan het zijn? Geld, ziekte, dreigend ontslag? Nee, meestal, heb ik geleerd, is er iets met zijn moeder. Moeders zijn machtig in Italië.PS. Honderden keren gezien, die man, maar nooit gefotografeerd. Deze foto komt er het dichtst bij. Maar hier is hij utgestapt en zit op het bankje. Ik geloof dat hij gaapt.