Op bezoek bij Anthony Mertens, de redacteur bij Querido, criticus, universiteitsdocent, die in 2003 een herseninfarct kreeg waarvan hij stap bij stap bijkomt. Zover dat kan. Alles moet hij bewust doen. Om te spreken heb je adem nodig, legt hij uit, ademhalen dus, dan bedenk je iets, vervolgens vind je er woorden voor en die moeten dan worden uitgesproken.Dit is herwonnen spreken. Dat moet eerst aan de radioluisteraars duidelijk gemaakt worden. Ook voor lezen heb je adem nodig, leer ik.
Anthony Mertens ervaart wat hem overkwam als een geluk, zegt hij. Hij rookt en drinkt niet meer, doet aan sport en luistert naar Haydn. De veertig pils met Adri van der Heijden behoren tot het verleden. Zijn grote onderwerp is eens te meer drempels. In zijn proefschrift 'Sluiproutes en dwaalwegen' (1991) deed hij onderzoek naar 'drempelervaringen' in de literatuur. Een goed voorbeeld is Odysseus die zich aan de mast laat vastbinden om het zingen van de Sirenen te kunnen horen zonder door de roes meegesleurd te worden. Het gaat om het verlangen naar het onbereikbare, datgene wat niet in woorden kan worden uitgedrukt. Een verlangen dat met angst, maar ook met extase gepaard kan gaan. Anthony Mertens heeft een zesde zintuig ontwikkeld voor passages over drempels in teksten. Ze trekken als magneten aan hem. Hij beschouwt heel de literatuur als een poging verder te reiken dan de waarneembare werkelijkheid. De neerslag van zijn lezen is verzameld in de bundel 'Lezen man!' (2006). Een titel, zegt hij nu, die eigenlijk aan hem zelf geadresseerd is. Immers, is het niet een diepe ironie van het lot dat juist hij werd getroffen door een herseninfarct en daarmee zelf met huid en haar in zo'n drempelervaring terecht kwam? In het tijdschrift De Revisor doet hij de laatste tijd verslag van zijn leven na het herseninfarct. Van lezer werd hij schrijver.Maandag 19 maart as, is zijn verhaal te horen in de Avonden.