Plaatsen maak je bewoonbaar door aandacht. Je hoeft alleen te kijken en dan komt het uitrollen van kleedjes. En tenslotte de bestrating. Ik was in Berlijn en begon met het plaveisel. In het oude oostdeel zie je de kasseien en in de trottoirs natuurstenen platen naast in patronen gelegde basaltkeitjes. Opgelapt met plakken asfalt of cement.
Dan volgen de formaten, het stadsplan, breedte en hoogte van huizen. Ik bekeek wat in de oude boeken 'huurkazernes' heet. Vooroorlogse gebouwen met rijen van 9 of 10 ramen en poorten - eens voor paardenwagens - die naar binnenplaatsen gaan, waar nog weer binnenplaatsen achter liggen. Daarna de flatgebouwen. In Berlijn kun je lopen. De huizen zijn er hoog. De ruimten ruim, de muren dik, de borden diep. En daar, opeens schoot hij me weer te binnen: de 'doppelte Fleischportion' van meneer Becker. Meneer Becker kwam uit Berlijn en was een Duitse collega van mijn vader. Die bestelde de doppelte Portion, in Den Haag, in 1958. Je moest maar durven. Was meneer Becker nog steeds uitgehongerd van de oorlog?Nee, hier in Berlijn ontdek ik dat het zijn maat was. Alle porties zijn hier dubbel. Van koffie en thee tot het stuk Sachertorte en het diepe bord pasta.