Meer over de legendarische stripteaseuse Lili St.Cyr. Ze werd eind jaren '40 in Montréal doelwit van een 'Comité voor Openbare Zeden'. Lili had al sinds haar 14de jaar opgetreden in de Verenigde Staten, waar ze vandaan kwam. Vanaf winter 1944 werkte ze in Montréal. Zorgvuldig uitgewerkte voorstellingen waren het, volgens ooggetuigen, waarin ze meerdere rollen speelde, met veel kostuumwisselingen en uitgekiende belichting. In het nummer 'Suicide' hield ze een bedrogen minnaar van zelfmoord af door zich voor hem uit te kleden. In 'Jungle Goddess' verleidde ze een papegaai.
Haar 'omgekeerde striptease' vanuit het bubbelbad blijkt te zijn ontstaan uit de noodzaak een wet te ontduiken die stelde 'dat een danseres niet het podium mag verlaten met minder kleren aan dan waarmee ze het heeft betreden'. Haar zaak kwam voor het Comité in 1951. Drie politieagenten getuigden, zeven geestelijken en drie 'willekeurige vrouwen'. Plus een functionaris van de censuur. Geen van het kon de voorstelling veroordelen en Lili werd vrijgesproken. Tegenwoordig zou je het Performance Art noemen.Ze verliet Montréal in 1952 en keerde terug naar de andere kant van de grens. Ze komt voor in een liedje van Rodgers en Hart uit de musical Pal Joey. Over een intellectuele stripper die zich ontkleedt terwijl ze teksten zegt als: "Zip... I was reading Schopenhauer last night ? Zip... and I think that Schopenhauer was right". En eindigt met: "Zip... my artistic taste is classic and dear... Zip... who the hell's Lili St Cyr?"Lili St. Cyr heette Willis Marie Van Schaack en was geboren in Minneapolis in 1918. In films kreeg ze bijrollen. Meestal als stripper, zoals in 'The naked and the dead' van Raoul Walsh naar Norman Mailer (1958). Marilyn Monroe schijnt haar werk aandachtig bestudeerd te hebben. Ze stierf in 1999