Wim Bloemendaal - groot kenner van vervoermiddelen - schrijft: 'Ik weet het nog zo net niet of het bellen zijn. Er ontbreekt iets kenmerkends aan: aan de uiteinden van de gleuf zit in de regel een wat groter gat, dat zie ik bij Margritte niet. Nou zeg jij: Bloemendaal, daar heb jij de ballen verstand van. Maar voordat de fietsbel zoals wij die kennen werd uitgevonden, werd er ook zo'n belletje aan de fiets gehangen. Ik heb er een op mijn Safety uit 1890.'
Annemiek Overbeek vult aan. De paardenbel komt uit het standaardwerk 'Magritte' van de Amerikaanse kunsthistoricus David Sylvester (Gent, 1992). Citaat: '...in 'De verzilverde kloof' (1926) introduceerde hij (Magritte) een motief dat zijn handelsmerk zou worden. Dit was de 'grelot', een bolvormige bel met een sleuf zoals die bijvoorbeeld werd gebruikt bij paardentuigen. De eerste maal dat deze bellen in zijn werk verschijnen, in 'De verzilverde kloof', waren het verschillende exemplaren hier en daar aan een gordijn gehecht. Dit was een van de manieren waarop de bel steeds weer terugkwam - bijvoorbeeld in 'De geheime dubbelganger' (1927) en 'De annunciatie' (1930). Een andere manier was in groepjes in de lucht. [...] De 'grelot' was slechts een element in een heel scala aan gestandaardiseerde industriƫle producten die hij tot het eind toe in zijn werk zou opnemen [...] maar de bel kwam veruit het vaakst voor.'Gelukkig weten we nog steeds niet wat paardenbellen met kloven en afgronden (aan de rand waarvan speciale bloemen groeien) van doen hebben.