de nieuwe lift van Strépy-Thieu, overbrugt 73 meter, vervangt vier oude liften, maar werkt maar half
oude hydraulische lift, even verderop

Grands Travaux Inutiles

Wat me bij de afloop van onze verkiezingen echt interesseert is wie minister van Verkeer en Waterstaat wordt. Meestal zijn dat doortastende vrouwen die niet kijken op een euro. Ik begrijp ze, ze zoeken onsterfelijkheid. Eigenlijk zouden ze het liefst hun naam verbinden aan hun werken. Zoals Pompidou zijn Centre naliet zo zou de wisselstrook in de A1 de Maij-Weggenstrook moeten heten, de Betuwelijn de Netelenboslijn en de HSL de Jorritsmalijn of andersom. Ik hou van de Grands Travaux Inutiles, de piramiden van onze tijd. Om nut gaat het niet. Wie het HSL-viaduct over de Moerdijk ziet of de zo zelden gesloten Oosterscheldedam weet dat zoiets bovenal mooi moet zijn.

Oogstrelend zijn ook de werken die de verkeerstechnisch onbelangrijke scheepvaartverbinding tussen Brussel en de Franse grens heeft opgeleverd. Het prestige speelt zwaar mee, de EU en de Vlaams-Waalse strijd. En dan krijg je iets als het 'hellend vlak' van Ronquières, waar de aken in een bak water de helling op getrokken worden, waarna ze vijfentwintig kilometer verder langs de maar half bruikbare gloednieuwe scheepslift van Strépy-Thieu weer omlaag kunnen naar Frankrijk. Maar wat je ook ziet, geen scheepvaartverkeer. Te smal, nu al. Wat rest is toerisme. Iets verderop ligt de vorige versie, het historische Centrumkanaal, met de prachtige hydraulische tweeling-scheepslift die in 1917 geopend werd.Het onderzoek naar Grote Nutteloze Werken wordt voortgezet.