De oorlog opruimen

 Nederland kent geen Rudi Vranckx, voor de puinhopen van Aleppo moet ik naar de VRT. Maar vandaag kwam ik er via Zadie Smith, die in haar opwekkende bundel gedachten over politiek en schrij­verij 'Cha­nging my mind' een gedicht van Wislawa Szymborska aanhaalt: 'Einde en het begin', vertaald door Gerard Rasch.

 'Na elke oorlog

moet iemand opruimen.

Min of meer netjes

wordt het tenslotte niet vanzelf.

 

Iemand moet het puin

aan de kant schuiven

zodat de vrachtwagens met lijken

over de weg kunnen rijden.

 

Iemand moet waden

door het slijk en de as

de veren van canapés,

de splinters van glas

en de bloederige vodden.

 

Iemand moet een balk aanslepen

om die muur te stutten,

iemand het glas in het raam zetten,

de deur in de hengsels tillen. (...)'

 Hier breekt Zadie Smith het gedicht af. En ik ben het met haar eens: deze oorlog moet 'blijven hangen', hoeft niet nabeschouwd te worden. Dat opruimen spreekt me aan. Dat is wat overblijft voor de vrouwen: oorlog als huishouden. Mijn moeder zette de glazen deurtjes van keukenkastjes op de plaats van de kapotte voorruit.