Zo W.G.Sebald (1944-201) iets was dan een reiziger, schreef ik. Hij reisde vaak vanuit Norwich, waar hij doceerde, naar het continent en vooral zijn geboorteland, maar altijd als een bezoeker. Zoals in 'Op een herfstochtend in '94', uit de nu vertaalde gedichtenverzameling Over het land en het water. Helmut Kohl is nog Bundeskanzler.
'op een onbemand station/ van Wolfenbüttel/ wacht ik op de motor/ wagen van Göttingen naar/ Braunschweig. Schapen/ wolken staan aan de hemel/ af&toe dwarrelt er een blad/ van de bomen een bejaarde man/ in een bruine kniebroek rijdt/ op een damesfiets dwars/ over de rails. Ik hoor
de klokken luiden herinner/ mij de kathedraal van Naumburg & de domkerken/ van Ulm & Freiburg de/ O.L.Vrouwekerk in München/ lang voorbije oudjaarsavonden/ & andere rampen./ Videotheek Herzog August/ een erwtenworstkleurig/ gebouw met uniforme ramen/ is gesloten maar de kiosk
tussen de döner kebab/ & kapsalon Wellaform/ is open voor mensen die/ even gauw de Bild komen/ halen of een pornoblaadje./ Op het plein bij een met rode rozen/ begroeid schaarhek/ een klein groepje/ weerbestendige drinkers/ met baarden & baseball
petjes als gouddelvers/ uit de Australische/ outback zien ze eruit./ De fles Chantré gaat/ rond & vanaf een/ verkiezingsaffiche/ op de reclamezuil/ kijkt de vader van/ het Duitse volk/ bezorgd zijn/ herenigde land in.
Sebald begon pas in 1990 met prozaboeken, maar schreef zijn leven lang al gedichten. Meest prozagedichten. Aantekeningsgewijs.