Straatnaam

 Vanmiddag is in Enschede de Willem Brakmanstraat onthuld, geopend, hoe zeg je het. De doopplechtigheid, onthulling van het straatnaambordje door zijn zoon Steven, vond plaats kort voor de aftrap van Nederland tegen Chili. Het was stil op straat.

 Heel juist. Willem had een hekel aan teamsport. Zijn broer, met wie hij later levenslang gebrouilleerd raakte voetbalde. Zelf deed hij aan athletiek.

 Hoek H.P.Blijdensteinlaan en Nieuwe Schoolweg, daar stond het gezelschap, op wandelafstand van het Museum Twenthe. Omdat ik bevriend was met Willem weet ik dat zoiets als een straatnaambordje hem geheel in beslag kon nemen. Hij was bijvoorbeeld diep doordrongen van het verschil in aanzien tussen wegen, lanen en straten. De lettering van zo'n bordje, de plaatsing, het was alles vervuld van betekenis.

 Nu nog de plaats. Wij – weduwe Moof Brakman, Steven en Paulien, de genodigden - zagen dat het goed was wat burgemeester Peter den Oudsten had bekokstoofd voor Willem. Een straat noemen naar een schrijver blijft een precaire zaak. De Willem Frederik Hermansstraat in Amsterdam is bijvoorbeeld een aanfluiting, een onbewoonde sleuf van de kade naar de spoordijk. Veelzeggende Amsterdamse onachtzaamheid.

 Er schijnt een regel te zijn dat straten niet van naam mogen veranderen, zodat alleen nieuwbouw in aanmerking komt. Verschilt dat per gemeente? Nee, in Enschede was dat formeel ook wel zo. Aan de burgemeester Den Oudsten vroeg ik hoe hij dan toch dit straatje in een oude villawijk had kunnen regelen. Ingewikkeld. Er was een gedeelte van een bestaande straat losgekoppeld en ziedaar.

 Ik zag Willem zelf hier gaan, op weg naar het museum waar hij zo vaak kwam. Hij bezat een groot vermogen tot zich verkneukelen. En als het om Willem Brakman gaat geloof ik stellig in het bestaan van iets als postume verkneukeling. 

Trein

 Wat ons bezielde weet ik nog steeds niet. Ons grootste geluk was een gesloten overweg. Het rinkelen van de bellen, het knipperen van de lampen om de dubbele kruizen.

 Oom Bob zette zijn zeepgroene tweedehands Sunbeam Rapier stil en wij zagen de spoorbomen dalen. Spoorbomen waaraan rokken van roodwitte metalen strips hingen die bij het dalen ritselende geluiden maakten. Nu keek hij op z'n horloge. En ik wist wat hij ging zeggen:'Ze zijn laat'. 

 Hij kende de dienstregelingen uit z'n hoofd. Alle. Niet alleen die van het personenvervoer die in het spoorboekje stond, ook die van het goederenvervoer. Aan het dreunen van de grond voelden we hem aankomen. We stapten uit en posteerden ons langs de baan. Daar kwam hij. Oom Bob wees me op de loc.

 'Serie duizend'.

 Hij had me het verhaal van de nieuwe elec. locs verteld. Omdat het spoor zijn stroom nog kreeg van het lichtnet kon je 's avonds onder de lampen in de huiskamers het vertrek van de treinen volgen. Een klein dipje in het licht en er was er een vertrokken. Achter de serie 1000 loc daverde een lange goederentrein. Oom Bob moest zijn stem verheffen.

 'Onderlossers.'

 Dit is wat het gedicht 'Trainspotting' van Bart FM Droog dat op de dagelijkse gedichten­dienst Laurens Jz Coster verscheen vanmorgen bij me losmaakte. Net als eerder Hermans’ Bewaakte overweg. Lees. En teken in!

Tags: 

Oesterbar

 Hermansiana. In 1976 maakte ik wekelijks 's middags rond één uur een wan­deling over het Leidseplein met een schrijver die - live op de radio - vertelde wat hij daar had meegemaakt.

 Johnny van Doorn over hoe hij Gerrit Lakmaker de ethersnuiver verjoeg door zijn aanstekertje te heffen. Ether is zeer brandbaar. Remco Campert over Het Leven is Vurrukkulluk en Reijn­ders en zo meer.

 Toen ik hoorde dat Willem Frederik Hermans uit Parijs over was waagde ik het hem via de Bezige Bij te benaderen met het plan een scène uit zijn roman Ik heb altijd gelijk tot leven te wekken. Daar­voor zouden we moeten eten in de Oesterbar, waar in de roman Ik heb altijd gelijk Lodewijk Stegman verwoestingen aanricht - het aquarium sneuvelt oa.. 

 Hermans liet weten dat hij er wel wat in zag. En ik overreedde de Oesterbar om die dag eerder open te gaan. Helaas, kort voor de uitzending belde de Bij namens Hermans af. Hij voelde zich niet goed. Ik deed mijn wandeling met vaste reserve, uitgever Theo Sontrop, die vertelde over zijn favoriete snackbar P.Vijn, begin Leidsestraat.

 Aan het eind keerden wij pratend terug naar Centrum-Bellevue aan de Leidsekade, waar ons opeens een bekend silhouet tegemoetkwam. Het was W.F.Hermans, gearmd met Emmy, die schie­lijk om de hoek bij Americain verdween.

 Wat hier achter zat was denk ik wantrouwen. Eens had ik als student namelijk kritisch over zijn Laatste resten van tropisch Nederland geschreven en hij had me snijdend geantwoord.

Tags: 

Magnitogorsk revisited

 Op 19 januari bracht The voice of Russia een wonderlijk bericht: de vondst van een fragment van een 300 miljoen jaar oud tandrad, bij Vladivostok.

 Toen een inwoner van de stad zijn kachel aanmaakte vond hij tussen zijn kolen dit stukje tandwiel. Bij nader onderzoek bleek het zo'n 300 miljoen jaar oud te zijn. Even oud als de steenkool waar het in zat. En niet van natuurlijke oorsprong maar gemaakt. Door wie? Meteen werd geopperd dat het tandrad deel had uitgemaakt van een Ufo. Het bestaat namelijk ook nog uit bijna zuivere aluminium van een soort die op aarde nauwelijks voorkomt. Nu wordt er vaker in steenkool iets gevonden. Ook aluminium voorwerpen. En in 1851 in Mas­sachusetts zelfs een 500 miljoen jaar oude vaas van verzilverd zink.

 Eén vraag stelden de geleerden zich niet: als die ruimtewezens Ufo's konden bouwen, zouden ze dat dan werkelijk met zulke primitieve onderdelen hebben gedaan als tandwielen?

 Als de tekenen niet bedriegen wijzen ze niet op wetenschap, maar - zoals veel in Rusland - op literatuur. Denk aan W.F.Hermans. In zijn verhaal Naar Magnitogorsk blijkt zich in die Russische stad een enorme magneet te bevinden, nog in opdracht van Stalin gebouwd om Westerse radar‑ en zendapparatuur te storen. Maar hij werkte niet en Stalin liet de uitvinder executeren door zijn eigen magneet. Hij moest een stalen knikker inslikken, de stroom werd ingeschakeld en de kogel vloog van zijn maag door naar zijn hoofd en 'brak te voorschijn uit zijnen schedel en sloeg tegen de magneet met een knal die aan zijn dood geen twijfel liet.'

Tags: 
Nop Maas, gisteren in Haarlem
Gerard Reve en vriend Wim Hermans

Nop Maas (5)

 Gisteren was ik bij Nop Maas, ons gesprek wordt maandag na 21.00 uitgezonden. Ik sprak m'n verbazing uit over de omgangsvormen in het gezin Van het Reve, zoals hij ze uit meerdere bronnen in z'n biografie documenteerde. Die zijn nogal hard en merkwaardig. Neem de toon die de jongens aansloegen tegen hun moeder: 'Niet zeuren Net! Terzake Net.'

 Er bestond genegenheid, maar de code zei dat je die niet liet merken. Wel was er een onderscheid. Gerards relatie met z'n vader was moeizamer. Toch liet hij hem nog jarenlang teksten waaraan hij werkte lezen. Waarop hij vaak verkeerd reageerde. Gerard zwoer dan het ouderlijk huis af, 'nooit, nooit, nooit' zou hij er meer een voet zetten. Maar een maand later zat ie er alweer met een gedicht, waar zijn vader weer zonder begrip op reageerde.
'Hij wilde hoe dan ook de erkenning van de vader,' zegt Nop.

 'Er is door Gerard en Karel, en in hun voetspoor door anderen, wel gezegd dat ze opgroeiden in een cultuurarm milieu. Karel klaagde dat niemand hem kon helpen met z'n huiswerk. Maar vader kende gedichten van Gorter en Heine uit z'n hoofd die hij met z'n zoons deelde. De beeldhouwer Hildo Krop en de historici Jan en Annie Romein kwamen over de vloer, dat was toch wel de cultuur binnen de communistische beweging. 
Gerards moeder was een jaar in Australië geweest, Annie Romein had grote sympathie voor haar. Was dat cultuurarm?'

 Zo kan ik me beter de oudejaarsavond 1948-1949 voorstellen die Gerard Reve en zijn vrouw Hanny Michaelis vierden in hun nieuwe behuizing, samen met hun vriend Wim Hermans én Gerards beide ouders.

Bernhard Christiansen

Oerol

Het is bijna zover, op Terschelling gaat Oerol van start. Goed nieuws voor de fans is dat Bernhard Christiansens 'Multatuli hoort u mij?' er ook wordt uitgevoerd, de spiritistische seance die vorig jaar in Utrecht in première ging. Bernhard Christiansen praat met dode schrijvers.

Dat kan omdat hun stemmen bewaard zijn. Zo krijgt hij onder meer antwoord van Gerard Reve, Multatuli, W.F. Hermans en Annie M.G.Schmidt. Hoe ervaren zij de dood, hoe kijken ze terug op hun leven op aarde?Locatie: Under de Wettertour. Data: 16 t/m 23 juni om 20.30 uur en 23.00 uur. Kaarten op het festivalterrein De Westerkeyn op Terschelling.Ook Hagar Peeters, Alexis de Roode en Caroline Kramer zullen enkele dagen verschijnen in het bos, naast de dode schrijvers.

omslagfoto van 'De aardigste man ter wereld' van Freddy de Vree.(2002)
het eerste contact

Bij Hermans thuis

 Nu twaalf jaar geleden, kort voor diens dood was ik in Brussel bij W.F.Hermans om een interview op te nemen. Het zou als inleiding dienen bij zijn radiovoorlezing van 'De God Denkbaar, Denkbaar de God', op 2 januari 1995.

 Het eerste wat Hermans zei was: 'Het is niet leuk om 73 te worden.' We zaten op een oud bruinleren bankstel, door katten afgekrabd, aan een glazen rooktafel tussen een samenscholing van niet-nieuwe meubelen. Het gesprek verliep eerst stroef. Zijn toon was er een van 'zo ben ik nu eenmaal, U zult het wel verkeerd begrijpen.' Goede schrijvers kunnen wat gewone stervelingen ontzegd blijft. Ook na hun dood blijven ze tegen je praten.Daar in Brussel liet Hermans me een 'schuldbekentenis' tekenen voor het afgesproken bedrag, op een papiertje dat zat tussen een papierklem in de vorm van een koperen pecten (een pecten is een schelp, een 'gidsfossiel', als je hem in een aardlaag aantreft weet je in welk tijdperk je zit). Daarna konden we opnemen.Achteraf ging het over van alles. Over Hergé, surrealisme, over zijn vriend Freddy de Vree ('vermeld Freddy, hij is altijd zo bescheiden') en ook over muziek die bij de uitzendingen zou kunnen passen. Hermans kwam met het 'Gesang de Jünglinge', van Stockhausen. De jongelingen staan met blote voeten (in de hel?) op een gloeiende plaat, legde hij uit, en juist daarom zingen ze zo mooi.

 En ik vroeg naar de beer. De Denkbaar-beer. 'Doorhalen wat niet verlangd wordt; het bedrag in cijfers.' Dat staat op de halsband van de beer, die toch ook een teddybeer is. Had dat te maken met 'mijn enige ware vriend' in de Fotobiografie? Aan zijn halsband zit toch een slot in de vorm van een een pecten? 'Ja dat zou wel kunnen.'We bekeken 'De wonderen van het heelal' een plaatwerk uit de jaren '20 dat ik kende uit m'n eigen jeugd. Er staan vergrote sneeuwkristallen in maar ook voorwereldlijke dieren.Hiernaast de ruwe opname van het gesprek.'Denkbaar', een boek uit 1956 waarin om maar losweg te noemen, de Baron van Münchhausen, Ludwig Wittgenstein, Koning Arthur en het idee van de latere film Jurassic Park van Spielberg op een verbazende manier met elkaar te maken krijgen.Later werd kwam het gesprek in het boekje bij de CD-versie, door Hermans gecorrigeerd. Kort na de verschijning stierf hij. PS. Daags na het overlijden van W.F.Hermans, op 28 april 1995 hebben de Welingelichte Kringen uitgebreid daarbij stilgestaan. Met Joop van Tijn, Henk Hofland en Piet Grijs (bij WFH 'Malle Hugo'). Archivaris Nienke Feis vond de uitzending terug. Komende week ook hier te beluisteren.

Tags: 

Pagina's