Menno Wigman (4)

 Het was Louis Lehmann, die geen onderscheid wilde maken tussen dichters en schrijvers: 'Ze schrijven toch allebei.'

 Vanwaar dan toch dat woord, dat ieder kent: 'dichter'. Zit het hem in de zo onthoudbare, compacte vorm? Zeker toch ook in de mythe. Want dichters hebben een afspraak met de eeuwigheid. Is dat het wat vrouwen aantrekt?
Samen met Menno Wigman ging ik gisteravond de straat op, om een boodschap.
Het extreme kwam voorbij, de kater, de koorts, de waanzin, de dood die eind 19de-eeuwse Franse decadenten als Baudelaire, Rimbaud, Mallarmé omhelsden. Menno leefde van jongsaf met ze. Op zijn zeventiende stond hij op gespannen voet met de werkelijkheid.
En nog beperkt hij het bezoek aan de supermarkt tot het uiterste. Een dichter die een boodschap doet, het blijft wat anders. Dichter. Je bent het maar en paar uur per dag, zegt hij. Je houdt het stil, als was het een besmettelijke ziekte. Ook omdat je weet dat onverbiddelijk de vraag volgt: 'waar leef je dan van?'
 

Menno Wigman (3)

Rainer Maria Rilke schreef (in Malte Laurids Brigge): 'Er war ein Dichter und hasste das Ungefähre...'

Menno Wigman maakte het tot motto van zijn bundel verhalende beschouwingen 'Red ons van de dichters'. En vertaalde: 'Hij was een dichter en haatte het onprecieze'.
Dat moet het zijn.
Breng onder woorden wat je voor de geest zweeft. Is dit wat je wilde zeggen? Staat het er goed? 
Het is de ziekte van het eindeloos blijven verbeteren. Je hoeft geen dichter te zijn om het onder de leden te hebben.
 
'Ik ben dichter. Dat is wat mij interessant maakt. Daar schrijf ik dus over,' zei Vladimir Majakovski.
Wat is poëzie eigenlijk? En wat is een dichter?
Ik heb op die vragen nooit een antwoord gekregen.
En nu: Menno Wigman begint zijn boek met 'Je zult maar dichter zijn'.
Waarin besloten ligt dat het een nu eenmaal is, dat dichterzijn.
Dinsdag ga ik met hem praten.
 

Tags: 
Krafft-Ebing (1840-1902)
...neusgaten...

Menno Wigman (1)

Op Facebook schreef Menno Wigman over Richard von Krafft-Ebing, schrijver van de Psychopathia Sexualis (1886) die hem als student 'in een obsceen delirium bracht'. Het stuk komt in 'Red ons van de dichters' dat eind oktober verschijnt.

In het register vond hij onder de letter A onder meer: Altweiberliebe, Amor Lesbicus, Androgynie en Anthropophagie.
Het boek bleek veel schrijvers, dichters en schilders te hebben geïnspireerd: Arthur Schnitzler, Salvador Dali, Georges Bataille. Hij werd 'de Von Münchhausen onder de pornografen' genoemd. Schrijft Menno: 'Pornografisch is Psychopathia Sexualis niet. Poëtisch wel.'
In Berlijn kocht hij een exemplaar uit 1924. En sloeg meteen casus 91 op: een gymnasiumleraar die Hellenistische vrouwenhoofden met 'wijde neusgaten' tekende 'ten einde het vrouwelijk geslachtsorgaan naar de neusgaten te verplaatsen'. Niet zo’n vreemde gedachte eigenlijk. Let wel deze leraar had nooit geslachtelijke omgang gehad.
Ik stuurde Menno deze nieuwslezeres. Hij reageerde: 'Geestig! Maar helemaal overtuigen doe je me niet. Ik zat ook al op het net te zoeken, maar kon niet echt iets toepasselijks vinden.'
Eind oktober gaan we een radiogesprek doen.
 

Tags: 
het Lauwersmeer.. daar ergens, een week lang...

Kamer in het verleden (1)

In 1996 stelde 'De Avonden' zich de vraag: 'Wat overkomt een mens alleen, een week lang dag en nacht opgesloten in een ruimte met alleen Internet'. Dit onder de titel 'Een kamer in de toekomst'. Internet was dat jaar een begrip geworden.

De schrijvers Helga Ruebsamen en Rogi Wieg verkenden een toekomst, waarin we - dat werd voorspeld - dankzij de computer nooit meer de straat op zouden hoeven. Wat zou er overblijven van taal, het sociale leven, seks?
In de 'Kamer in de toekomst', bovenin Rotterdamse Euromast ging alle communicatie via het toetsenbord. Eénmaal per dag vertelden Helga en Rogi hun bevindingen op de radio.

Vanaf 4 september as. herhalen we het experiment, maar omgekeerd. Nu ons leven geheel met Internet vervlochten is geraakt tijd voor een contra-expertise.
Opnieuw worden proefpersonen eenzaam opgesloten. Nu op een eiland in het Lauwersmeer. Maar ditmaal juist zonder Internet, zonder e-mail, facebook, twitter, en ook zonder gsm. Dus net zoals onze voorvaderen het gewend waren. Zo leven, kunnen we het nog? 
Vijftien schrijvers, cabaretiers en columnisten verplaatsen zich beurtelings een week naar het verleden en doen verslag op de radio. Als eerste Paulien Cornelisse. Daarna onder meer Gerbrand Bakker, Joke J. Hermsen, Maarten Doorman, Tommy Wieringa, Menno Wigman en Franca Treur

Hebben Internet en het mobieltje ons veranderd? Ons slimmer gemaakt of juist dommer? Afhankelijker of juist zelfstandiger? 
Ik ga de onderzoekers op de voet volgen.
 

Pagina's