Het langzame kijken

 Met elke stap die je zet verandert de wereld. Met elke oogknipper. Wat daar bij komt is hoe vlug of langzaam je gaat en kijkt. Daarover schrijft Martin Reints In zijn nieuwe bundel Wildcamera.

 Kijken zonder te bewegen kan niet. Is een fictie van de schilderkunst, waar die beweging soms wel wordt gesuggereerd, maar toch meestal het omgekeerde gebeurt: de schilder schept een onbestaanbare, stilstaande wereld. Hallucinerend. Ik lees 'Het langzame kijken van Peter B. van Houten', de schilder:

 'De snelle waarneming/ van de vlekken om hem heen:

in een afremmende trein, in een rijdende auto,/ in de keuken op weg naar de gang

en het trage kijken tussen de vlekken door:/ vanuit de rijdende auto naar een tankstation in de verte/ of naar de verkeerslichten of naar de richtingborden bij een kruispunt

terwijl je langs de keukentafel loopt naar een hand die een glas pakt

vanuit de steeds langzamer rijdende trein/ naar een schip op een rivier

bij iedere beweging de beslissing waarnaar te kijken/ en waarover na te denken, met ons apenbrein

dat een plan maakt:/ morgenochtend verderop rustig vijgen eten

nu in deze vlekkerige boom op de route snel/ een nest bouwen voor de nacht.'

Tags: 

De Wildcamera van Martin Reints

 Heet de bundel gedichten en stukjes van Martin Reints. De camera staat daar, ik denk op een statief. Ergens in het wild. Neergezet door iemand die nieuwsgierig is. Naar wat?

 Naar wat het toeval aan zijn camera voorbij zal laten gaan. Die aanslaat als er iets of iemand langskomt.

Het toeval beheerst de gedichten van Martin Reints als een verzoenende hogere macht. Wat zal ie brengen? Heel de wereld mag voorbij komen, in stukjes en beetjes.

Neem 'Vitrine', waarin de dichter een veilinghuis bezoekt en halverwege meent te zien hoe:

 'het bord uit de nalatenschap van de door een val/ van een rots omgekomen amateurfotograaf is terechtgekomen/ in een vitrine waar het binnenkort wordt bekeken door de toekomstige eigenaar

iemand waar ik verder niets van weet leest in een boek/over een geschiedenis waaraan hij niet heeft deelgenomen,

met van zijn ene hand de vingers op een bladzijde/ en in de andere hand de koker van een leesbril'

 Het zweven van de in- en uitwendige blik van Reints tilt je op en neemt je mee. Ontroert door de precisie:

'er waait een stuk papier voorbij met de tekst "gereserveerd"/ dat op een stoel moet hebben gelegen

de wildcamera slaat aan/ en filmt.'

Tags: 

Straatnamen, de naam

 Naast de bouwval van de uitgebrande school, waar ik les had in een gymzaal die met board tot twee lokalen vertimmerd was, woonde de bovenmeester. Van wie ieder kind wist dat hij de straten in het dorp hun namen had gegeven. Een statige man die de school liet beginnen door op een fluitje te blazen, omdat ook de schoolbel was verbrand.

 De zeven gedichten van Martin Reints in de nieuwe Tijdschrift Terras spelen zich af in Amster­dam Nieuw-Zuid. Veel ervan hebben als titel een straatnaam.

 Straatnamen, aanduidingen in een of twee woorden die hun oorspronkelijke herkomst en betekenis verliezen in het gebruik. Zie Proust.

 Zo wordt Speerstraat iets anders dan een verre echo van de Olym­pische Spelen van 1928 waar in het stadion vlakbij speren werden geworpen. Een naam die je meedr­aagt, een beeld, een klank, de benoeming van een kleine eeuwigh­eid, genaamd Speerstraat:

 

 'Rolkoffers ratelen over de stoeptegels/ van de Marathonweg

 een kruidenier en een paleontoloog/ halen herinneringen op: waar zijn ze geweest/ wat hebben ze gedaan

 wat hadden ze willen doen

 als ik voor de tweede keer verdwijn/ en alleen mijn God zich mij herinnert/ zal ik me dan mijn God herinneren?

 de God uit de Speerstraat/ linksaf tussen de Olympiaweg en de Olympiakade?

 het bloemencorso trekt voorbij/ de avond valt

 nu keert de rust terug/ en God begint aan zijn grote droom.'