Opsommingen

 Hoe een schijnbaar willekeurige reeks voorwerpen, woorden, een samenhang krijgt.. De dichter weet er van. Wat 'associatie' genoemd wordt verbouwt steeds opnieuw de wereld. In 2017 schreef K.Michel in Maastricht vier gedichten, die vertaald werden door David Colmer. Een ervan heet 'Schaduwstemmenfeiten' en begint zo:

 'De ramen van de school/ staan open/ Op het pleintje ernaast/ is het vrijmarkt/ Wij zitten op een terras/ vlakbij het podium'.

 En dan, halverwege:

 (...) 'Twee voor een euro/ Uberhaupt schrijf je met een umlaut/ Rome werd in één dag gebouwd/ Alle wegen leiden naar de kassa/ Bis bis, niet goed, geld weg/ 'Patatje oorlog?' 'Ach doe mij een bal'/ Gisteren was ik de draad kwijt/ 'Zet je bril dan ook op'/ Gisteren trok ik per ongeluk de stop uit het bad/ 'Ligbad, voetenbad?'/ Nee, buitenbad/ 'Relatief, allemaal relatief'/ Zeker weten/ Het leven - zeg je dan - is net een lul/ keihard en veels te kort/ Ja, dat vind jij, ik heb zo mijn eigen opinies/ "rabarber rabarber"/ doet het koor altijd in de opera/ 'Wablief'/ Door zijn klapbandachtige niesbui/ beslaat dus mijn bril/ Geen hand geen steek/ geen sikkepit... Attentie/ hier volgt en mededeling:/ Feiten eten graag stenen/ feiten krijgen de blues/ leugens hinken op twee benen en/ hebben nooit schijt aan de buren/want de maat is altijd half half vol/ 'Doet het zeer?'/ 'Ach welnee, alleen als ik lach'

(...)  

Tags: 

Bellenbord

 K.Michel schreef een gedicht over het bellenbord onderaan een woontoren. Opgroeiend tussen nieuwbouw keek ik mijn ogen uit op de namen. Mijn favoriete naam was E.E.H.Hoen. Ik heb daar nooit durven aanbellen. Nooit ook heb ik E.E.H.Hoen gezien. Hij woonde vierhoog, de vitrage bleef dicht. Maar elke dag ging ik op weg naar school langs zijn naam. Bellenborden vind je ook aan massagraven op Italiaanse kerkhoven waar de doden gestapeld w­orde­n.

 Daar zijn er alleen namen, geen bellen. K. Michel schrijft:

 De ingang van een woontoren/ Links van de voordeur bevindt zich een groot bellenbord/ met huisnummers en naamplaat­jes/ En vrouw komt aangelopen - openhangende regenjas,/ dikke trui/ Zij drukt op diverse bellen en/ spreekt in de intercom:

 'Een ontbijtbord/ een zonnebril/ een potloodpunt/ een sherryglas'

 Uit het bellenbord klinkt/ geruis gekraak/ 'ha­llo' 'hallo' stemmen 'wie daar'

 'Een dakpan/ een autoruit/ een kwartel-ei/ een fruitschaal

De meeste dingen kun je maar een keer breken

 Vier gedichten nu gebundelde van Michel, met Engelse vertalingen van David Colmer en ilustraties  van An Onghena

schreef hij als poet-in-residence aan de Van Eyk in Maastricht, 2017.

Tags: 

De boekhouding van K.Michel

 'Te voet is het heelal drie dagen ver' heet de nieuwe bundel van K.Michel. Een titel waar ik sinds vanmorgen niet voorbij kom. Zo zit hij het lezen van de gedichten in de weg.

 Mag je verder, de wereld van K.Michel in? Te voet is goed. En dan? Dan worden tijd en ruimte opgeheven.

 Veel dieren zijn er. Olifanten lakken hun nagels. Hazen worden geschoten. Er komt een variant van 'Weet je hoe een koe een haas vangt?' Ik herinner me het antwoord: 'Hij gaat achter een graspolletje zitten en doet het geluid van een boerenkool na.'

 Bij Michel staat: 'Dichter vangt haas door achter een boom/ geluid van wortel na te bootsen.'

 Hoe hou je zo'n wereld op orde? Ik lees 'Boekhouding':

 'mijn boekhouder komt op bezoek/ samen ruimen we een tafel leeg/ voor zijn scheve toren van mappen/ mijn zus komt binnen/ ze doet heel kwaaiig tegen hem/ eerst draagt ze een slobberig trainingspak/ zoeen als danseressen tijdens het opwarmen dragen/ even later een spijkerpak/ waarom doe je zo bozig/ vraag ik zachtjes op de gang/ nou daarstraks was ik bij de huisarts/ en die vertelde me met veel omhaal dat ik sterven ga/ wat een onnozele gast zeg ik/ je bent toch allang dood/ en we barsten in lachen uit/ dan gaat zij naar de stomerij, gordijnen ophalen/ en ik ga dit gedicht opschrijven/ in de voorkamer, geen idee/ waar de accountant is gebleven

 iedere nacht hetzelfde de laatste tijd/ met dan weer een rolkoffer dan weer een bloemetjesjurk/ zo komt de boekhouding nooit op orde’

Tags: 

Dingenboek

 Eind dit jaar verschijnt een boek: Hoe de dingen ons bewegen. Vertrouwde voor­werpen in een ander daglicht gezet door onder meer Anneke Brassinga, Dick Tuinder, K.Michel, Marjolijn van Heemstra, Piet Meeuse en vele anderen, ook kunstenaars en wetenschappers. Plaatjes en gesprekken. Dingen die ons bewegen? Ja een manke tafelpoot verandert het gesprek.

 Caroline Ruijgrok (1984) en Bernke Klein Zandvoort (1987) organiseren wat deze zomer begon met de tentoonstelling Something Thrown in the Way of the Observer, in Museum Van Loon en eindigt met het boek waarvoor nu de fundraising en intekening is begonnen. Ik doe mee. Mijn ding bleek het huis. Vast een stukje: 

 ‘Huizen hebben mij veel angst aangejaagd, ik kan ze niet de baas. Dit gaat over een bezetenheid. Over angst ondergebracht in materie. Hoe woon je in angst? Ik moest geld lenen om onderdak te komen. Van een bank, van ouders. Ik bezocht de notaris en tekende voor een huis uit 1890. Om mij heen werd gesloopt. Naast mij verdween een rij van vijf. De laatste Mohikaan was de Indische buurman met het gebatikte doekje om z'n voorhoofd, die op zijn overgebleven onderverdieping ‑ boven hem was niets meer ‑ bami en nasi bleef ser­veren tot het dichttimmeren. Achter me brandde een rij uit waar Marokkanen woonden. Ik zag gillende hoofddoekvrouwen op balkons. Er verrees nieuwbouw naast en achter me. De sociaaldemocraten hadden heel deze buurt weggewenst. Revolutiebouw was het, door geweten­loze ondernemers volges­tampt met halve woningen in timmermansrenaissance. Met gruwel­ijke or­namentiek in glas‑in‑lood, giet­ijzer en kolenk­alk. Slecht gefundeerd. Ik kocht een huis voor de sloop.’

(...)

 Het boek komt. Schrijf in, maak over en lees verder in december. 

Gleuf

 Deze vond ik gisteren in de Gerard Terborghstraat. Overblijfsel uit een andere tijd. Hij zal nooit meer gebruikt worden. Jongeren zullen niet weten wat het is.

 Ik dacht de laatste gevonden te hebben in de Haagse Zeestraat. Een rij fietsgleuven voorbij Panorama Mesdag. Maar ze zijn verdwenen, zoals alles in Den Haag verdwijnt.

 De fietsgleuf roept een diepe ontroering op. Er waren er duizenden in Nederland. De gleuf heeft louter nadelen. Het voorwiel dat erin geplaatst wordt verbuigt, er komt een slag in. De gleuf raakt vol rommel zoals hier.

 Verdwenen. Of vervangen door onhandige rekken, die met de ketting hun entree maakten. En verbogen. En daarna door de paperclips.

 Nationale voorwerpen werden gezocht. Met deze gedachte werd ik vanmorgen wakker: je zou het Monument op de Dam eindelijk kunnen vervangen. Door de kaasschaaf van Henk van Os.

 Maar beter lijkt een Nationale Fietsgleuf even hoog als de piloon van nu, rechtop gezet.

 Ik geef de voorkeur aan de gleuf. Met een gedicht van K.Michel erop, de man die de Hofvijver rechtop zette opdat de vissen de zee zouden kunnen zien. 

Tags: 

Vrijheid van..

 
K.Michel schreef voor het juist verschenen grondwet-nummer van De Gids een gedicht dat - mailt hij - nu ineens heel actueel is:
'Over Vrijheid van meningsuiting ofwel Wat de papegaai van de ontvoerde politica zei terwijl de politie het sporenonderzoek uitvoerde'.

 Ik vind een stok
Ik vind een willig oor
Jij vindt er geen fluit aan
Jij vindt het zonde van het geld

Zij vindt hem een – met alle respect –
popcornpan zonder deksel
Hij vindt zich een zondebok
Zij vindt dat hij aanzet tot haat
Hij vindt dat hij mag vinden wat hij vindt

Koen vindt voetbal stom
De kok vindt de hond in de pot
De oproep vindt geen gehoor
De bliksem vindt de klokkentoren
De wetgever vindt eenieder gelijk

‘En meneer’ vraagt de ober
‘Hoe vond U de biefstuk?’
‘Nou gewoon’ antwoordt de klant
‘Door het toastje op te tillen’

Wij vinden dat wij gelijk hebben
Jullie vinden dat wat wij vinden een lachertje is
Zij vinden dit een herhaling van zetten 
en ‘geen stijl’ en ‘zwaar klote’
De meerderheid vindt meeste stemmen gelden
De minderheid vindt dat niemand nooit luistert, toch
Koentje vindt dat voetbal niet eerlijk is ‘want
ze pakken elkaar de bal de hele tijd af’

 

Tags: 

K.Michel

 Morgenavond is in de Avonden de radiowandeling te horen die K.Michel en ik maakten langs het Amsterdamse Buiten- en Binnen-IJ. Nederland als waterkant.

 Halverwege komt zijn gedicht 'IN' ter sprake uit de bundel 'Kleur de schaduwen' en ik vraag hem om uitleg. Volgt veelbelovend gegiec­hel en na wat nadenken zijn beslissing het maar niet uit te leggen. Nu zou je kunnen zeggen dat geen enkele gedicht beter wordt van uitleg. Dat doet Michel niet. Maar dit gedicht, nee, dat laat hij liever zo. Zij het wel met - als akoestische voetnoot - een kleine lachkriebel. Luister morgen.

 

IN

 

in het lopende buffet

dat dit ondermaanse is

zei de geleerde aap

is als zes seks

en negen zomerregen is

het allerbeste dat

een banaan kan overkomen

interpretatie

Tags: 

Cartografie

 Vanmiddag samen met K.Michel de Amster­damse waterkant verkend, achter het station. Lopend door de geschiedenis heen tot in de verre toekomst.

 Trapop, trapaf, onder het spoor door, naar de Klimmuur en Nemo. Met iedere stap het Buiten- en Binnen-Ij herin­rich­tend: damwanden, bouwputten en verre kerktorens. Wat een ruimte! Michel las oa. zijn gedicht De Kaartenmaker (over de legenda van morgen). Waaruit:

 een dikke lijn is nu / een stippellijn is later

 druppels zijn bronnen / vlammetjes reserves / groen is in ontwikkeling

 een hoorn duidt op overvloed / drie sterretjes op brokken

 de wolken zijn koffiedik / blauw is het ongewisse / groot wordt wat klein was / alle pijlen wijzen vooruit

(...)

 We zijn twee uur lang te horen in de Avonden van 3 augustus as.

Tags: 

Oppositie

  K.Michel stelt in z'n gedichten vragen als 'ja maar waarom?' of 'zou het ook niet kunnen dat?' Hij neemt iets uit elkaar, bekijkt de onder­delen, zet het dan weer in elkaar. Anders, maar beter. Zo voert hij oppositie tegen de bestaande orde.

 Donderdag hoop ik met hem door de stad Amsterdam te lopen voor een aflevering in de zomerserie van de Avonden. Zijn bundel Waterstudies (1999) bevat dit gedicht, dat de titel Jong landschap draagt: 

 Wakker worden in de asbak

 Oksels en leer / De smaak van sokken

 Rondjes lopen onder het tandenpoetsglas

 Alles wat ik zie / Is uitzicht met ruitenwissers

 Gebroken groen, huiskamerkoeien / Ruilverkaveling en spellingvereenvoudiging

 De typische cakedoos van een dijkdorp 

 Drie keer achter elkaar / Zegt iets / Ik wil naar buiten

 Mijn hart springt op / De was smelt in mijn oren

(...)

 

 

 

Tags: 

Naakt (3)

 Ben ik hier nog gewenst? Of is dit iets louter tussen schilder en model en kan ik me beter stilletjes uit de voeten maken?

 In de jaren '30, de vorige crisistijd, had men in de schilderkunst een voorkeur voor  klassieke onderwer­pen: stillevens, landschappen, (zelf)portretten en naakten. Het onwerkelijke, het statische sloop erin, niet alleen bij Willink, Pyke Koch, Raoul Hynckes en Moesman. Ook in deze van Edgar Fernhout uit 1936. En dat met grote precisie.

 Waarom? K.Michel schreef me 'Ik heb weleens horen zeggen dat het moeilijkste om te schilde­ren bij een naakt de blik is.' Bij de lege blikken op Lucian Freud-portretten denk ik aan de maandenlange zittingen die er voor nodig waren. En dit Fernhout-model sluit wijselijk de ogen. Of slaapt ze?

 Vanavond na 22.00 in de Avonden meer.

 

 

 

Pagina's