Treinlezen

 Nabokov is de beste treinschrijver. Trein. Het je losmaken van tijd en plaats, geholpen door verglijdende uitzichten, de geuren en geluiden van heel het raderwerk.

 Fellini liet in de opening van Città delle donne de trein midden in het veld stilhouden, waarna een dromende Mastroianni uitstapt en in de bloemenweide verdwijnt. Italo Svevo beschreef het in zijn 'Korte romaneske reis': treinlezers zijn zij die met het op gang komen van de trein verzinken in een verhaal. 

 Ook Walter Benjamin blijkt een treinschrijver. In zijn vooroorlogse Denkbilder (stukjes verzameld in 1974) begint hij over treinlectuur, last minute gekocht in de stationskiosk 'met het duistere gevoel daarmee iets te doen om de spoorweggoden gunstig te stemmen.' Hij beschrijft de trein als:

 '...de onafzienbare vlucht over tijdruimtelijke dwarsliggers waar hij zich overheen beweegt, die begon met het beroemde 'te laat' van wie achterbleef, het oerbeeld van alle verzuim, tot de eenzaamheid van de coupe, de angst de aansluiting te missen, de huivering voor de onbekende hal, waarin hij binnenrijdt.'  Maar goddank heeft hij wat te lezen bij zich en kan de ene angst bestrijden met de andere: 'Tussen de vers opengevouwen pagina's van de misdaadroman zoekt hij de flauwe, nogal meisjesachtige beklemmingen, die hem over de archaïsche angsten van de reis heen kunnen helpen.'

 En besluit: 'In auto's wordt niet gelezen.' 

Livia Svevo
Anna Livia Plurabelle in Dublin

Anna Livia Plurabelle

De vriendschap tussen James Joyce (1882-1941) en Italo Svevo heeft geleid tot de figuur Anna Livia Plurabelle in Finnegans Wake.In Triest schreef Joyce de meeste verhalen uit Dubliners, de eindversie van A Portrait of the Artist as a Young Man, en hij begon Ulysses. Echo's van Trieste vind je overal in Ulysses and Finnegans Wake.Joyce verbleef er van 1904 tot 1915 en van 1919 tot 1920. Italo Svevo (Ettore Schmitz) had James Joyce als leraar Engels aangenomen omdat hij dat voor zijn zaken in het familie bedrijf (een verffabriek) moest kennen.

De lessen werden gegeven in een lokaal in de fabriek naast zijn woonhuis, drie maal in de week. Dat huis, de Villa Veneziani, en de fabriek bestaan nog, aan de (nu omgedoopte) Via Italo Svevo 22-24.Svevo, zijn vrouw Livia en dochter Laetizia namen allen les en zo begon veel. Svevo's roman 'Bekentenissen van Zeno' verscheen in 1923, nagezien door Joyce, die het boek door zijn internationale contacten tot een succes maakte. Ze schreven elkaar in Triests dialect. En Joyce maakte Livia Svevo onsterfelijk. Haar uitzonderlijke lange haar werd het symbool voor de rivier de Liffey, die door Dublin stroomt. Zo ontstond de naam van Anna Livia Plurabelle in Finnegans Wake.Joyce in een brief: "These are long and reddish-blond. My sister who used to see them let down told me about them. There is a river near Dublin which passes dye-houses and its waters are reddish, so I've enjoyed comparing these two things in the book I'm writing. A lady in it will have the tresses which are really Signora Svevo's."In Dublin aan de rivier is een monument voor Anna Livia Plurabelle, door bewoners naar het schijnt ook wel 'Floozie in de Jacuzzi' of 'De hoer in de goot' genoemd.

Pistoia (3)
Pistoia (1)
Pistoia (2)

Locomotievenkerkhof

Na de verhalen en foto's van een locomotievenkerkhof in de voormalige DDR, rond 1970 aangetroffen door Jan Wagenmeester en Peter Flik, dacht ik lang niet aan locomotievenkerkhoven. Tot ik in 2003 over de brug achter het station Pistoia (Toscane) binnenreed. Een achterafroute langs verlaten fabrieken. Daar stonden ze. Zomaar achter een laag hek. Bij tientallen.

 Er maakte zich een zeldzame hysterie van me meester.Ik negeerde alle verbodsborden en hekken en liep het terrein op, met m'n camera. Het gekke is dat ik verscheidene functionarissen van de Ferrovia dello Stato tegenkwam die er niks van zeiden. Ze schonken me hooguit een 'o ben je d'r zoéén'-blik. De oorsprong van het verschijnsel ken ik. Mijn broer was in z'n jeugd lid van Nederlandse Vereniging van Belangstellenden in het Spoor- en tramwegwezen (NVBS). Hij fotografeerde en verzamelde. Op vakanties gingen schroefsleutels mee, waarmee we eens zelfs in Frankrijk een nauwelijks te tillen nummerplaat van een stoomlocomotief hebben losgehaald en meegenomen. Waarom?

 Nog kan ik uitgerangeerde, roestende treinen en afgedankte stations niet weerstaan. Ik klim over prikkeldraad en waag m'n leven voor een foto. Waarom? Wat betekent dat? Vraag het Nabokov, vraag het Marcel Proust of Italo Svevo. Treinen, in het bijzonder stoomtreinen vertellen iets over het raadsel van leven en dood. Als die treinen zelf sterven gebeurt er iets onzegbaar ergs.Er bestaat een andere wereld, tussen de rails. Nabokov beschrijft in het zevende hoofdstuk van 'Speak memory' een dubbele opwinding van het treinreizen. Eerst het spiegelend contact met de voorbijglijdende, speelgoedachtige buitenwereld, dan hoe hij zich als jongen in de plaats stelt van een passant die naar deze trein kijkt, terwijl hij voorbijrijdt over een ijzeren viaduct, bij een lage zon waarin de ramen schitteren.