Mei sterft

 Nog een paar dagen en het meisje dat Herman Gorter Mei doopte zal sterven. Haar leven van een maand is ten einde.

 Gisteren mocht ik in de vreemde Utrechtse stadsboerderij tussen kanaal, lege reuzenparkeerplaats, mega-theater, beton en stuifzand de voorlaatste pagina lezen. Was er een passender plek voor haar dood?

 De kanteling der seizoenen. Tot de laatste dag van mei leven we in verwachting. Niets zaliger dan verwachting. Van een zomer die moet vervullen en alleen maar kan tegenvallen.

 In het Duits of Engels kunnen meisjes Mai of May heten, wij kennen geen meisje Mei, dus maakte Gorter haar. En ze sterft, zoals de verwachting sterft. Ik las:

 'Zóó als die bloem van zomerrood, papaver,/ rimpelt zijn rood, verwelkend, en zijn staaf er/ Zijn teeren stengel langzaam buigt omlaag/ Zoo boog ook Mei langzaam haar hoofd omlaag/ En bleek en bleeker werden hare wangen,/ En flauw en flauwer werd ook het verlangen..'

 En terwijl ik las floten de vogels rondom het ritme, Gorters ritme. In deze vreemde overhoop omgeving. En toen stierf Mei:

 'Zóó lag ze en der zonne laatste licht/ Scheen op haar, maakte haar een weinig rood/ En goud voor 't laatst -- en ging toen met haar/ dood.' 

Tags: 

Gorters Mei-dagen (2)

 Nog rondwaren in Enno Endts Gorter-documenten op dbnl. Verzamelde brieven en zo meer van de kring rond Gorter uit het jaar 1888 toen zijn Mei verscheen.

 Vriend Fons Diepenbrock komt veel voor. Alsook de Utrechtsestraat. In 1921 herinnerde Jac. van Looy zich dit: 'Eens kwam ik hem [Diepenbrock] tegen, jonkheerlijk als hij was, in de Utrechtsche straat en hij liep wat met mij op of ik met hem. En plot­seling, met die stem eens dichters die de woorden zoo lief heeft, zei hij: 'Een nieuwe lente en een nieuw geluid, hoe vindt je dat?' Wij wandelden en gingen om met 'Mei', het toen nog onbekend gedicht van zijn vriend en studie‑genoot, Herman Gorter en als gevolg er van kwam Gorter in mijn werkplaats het mij voorlezen, drie avonden lang. Wat mij daarvan niet het minste is bijgebleven, is, dat de dichter der Mei zijn heldere verzen bijna voorlas of het proza was.’

 En dan deze brief van Gorter aan Diepenbrock, 22 november 1888: ‘Gisteren avond heb ik aan van Looy het eerste stuk voorgelezen. Hij vond het heel mooi. Ik wilde eigenlijk het niet doen ook omdat jij het nog niet geheel gehoord had. Ik had wezenlijk een gevoel alsof het tegen pieteit tegenover jou was, maar hij sprak er zoo aardig over, dat ik het maar gedaan heb. ‑ Wat zou er toch van het heele ding zijn terechtgekomen als jij me niet aangemoedigd hadt. Dat dacht ik onder het voorlezen nog. ‑ Nu, ik hoop tot Zaterdag, Pans.'

 In de anderhalf - twee jaar waarin Gorter aan de Mei schreef, was Diepenbrock de enige van zijn vrienden, die hij in zijn werk betrokken had.

 Tenslotte Gorter aan Willem Kloos, op 22 november 1888: 'Amice! Het gedicht waaraan ik zoo lang bezig geweest ben is af. Nu zou ik het je graag eens laten lezen. Hoe kan dat het best gebeuren, kom je misschien weer eens over, binnen niet al te langen tijd? Het is lang en een groote moeite om over te schrijven, daarom zou ik het je wel liever vóórlezen. Antwoord mij hierop s.v.p. Kan het niet anders dan [zal] ik je wel een copie sturen. t.t. Herman Gorter.

 Ps. Tussenbeide lees ik dat H.Gorter op 3 februari 1889 aangewezen wordt als vice‑voorzitter van de Nederlandsche Cricket Bond. Dit tav. Arjen Duinker. En, Hein Aalders meldt dat Gorters brieven in het najaar bij Van Oorschot uitkomen.

Gorters Mei-dagen (1)

 Nu vandaag heel Gorters Mei in een Utrechtse boerderij wordt voorgelezen zocht ik in de Gorter-documenten verzameld door Enno Endt naar de jaren 1888 en 1889.

 Kladjes, brieven. Zoals deze: de 24-jarige Herman Gorter aan Alphons Diepenbrock. Amsterdam, 15 november 1888 ‑ Briefkaart. 'Het ding is af. Pans.' Zo heette hij onder vrienden. Van de 4400 regels van de Mei luiden de laatste vijf:

Ik groef een graf waar golven komen toe ‑

Dekken het zand en legde haar daar neer,

Daarover zand: de golven komen weer

En dalen weer met lachen of geschrei ‑

Daar ligt bedolven mijne kleine Mei.

 Daaronder in handschrift de datum van het postmerk van deze briefkaart van Pans. Verder lees ik: Herman Gorter aan Willem Kloos, 4 december 1888: 'Morgen of overmorgen zend ik je 1500 regels (gecopieerd). Schrijf of krab er niets bij s.v.p., de copie heeft een byzonder doel. Daarom wou ik haar ook graag terstond terug hebben. Wat het ding zelf betreft: ik heb iets willen maken van niets dan schittering en zonschijn. Het bestaat uit 3 deelen of boeken (in 't geheel 4400). Het eerste is jeugd en, hoop ik, kinderlijk. Het tweede is veel zwaarder en moeilijker; mannelijker heb ik het willen maken. Het derde is rustiger, doodscher dan de twee andere. Maar de hoofdzaak was: het licht en het vlammen er van. Het vlamde in mijn gedachten. Enfin, het moet voor zich zelf spreken. Ik hoop dat je het met plezier zult lezen, dat je er niets bij schrijft en het mij zeer spoedig terug zendt: dan zal de rest ook wel klaar wezen. t.t. Herman Gorter. Natuurlijk hoop ik wel je oordeel te hooren maar niet in of naast de tekst, dat bedoel ik.'

 Verderop vond ik Gorter terug als voetballer in een kroniek ter gelegenheid van het 50‑jarig bestaan van de Haagsche Voetbal Vereeniging (HVV): 'In het seizoen 1888‑1889, waar wij thans over spreken, maakten nog twee andere clubs hunne eerste verschijning op het Malieveld: het waren de VVA, welker spelers geheel in het wit gekleed waren en die daarom de bakkers werden genoemd, en het toen pas opgerichte RAP. Met VVA werd gelijk gespeeld (0‑0), van RAP werd met 1‑0 gewonnen. De verhouding met RAP was aanstonds zeer vriendschappelijk, daar alle spelers van die club bekende cricketers waren, die reeds menigmaal het Malieveld hadden betreden. Onder hen bevonden zich o.a.J.C.Schroder, H.Gorter, Blijdenstein, de Bordes en anderen. In Amsterdam werd dat zelfde seizoen tegen RAP gelijk gespeeld met 1‑1, [...].

Gorters Mei hardop (2)

 Ik dacht 'dit is radio'. Gemiste kans. Volgend jaar mei moeten er vijf radio-uren te vinden zijn om de Mei live uit de openlucht uit te zenden. 

 De plaats kon niet beter: een boerderij op een overgeschoten stukje grond temidden van spoorwegen, snel­weg en het Amster­dam-Rijnkanaal. Tegen het eind was het koud geworden, handen werden gewarmd aan hout­vuur­tj­es terwijl zwaluwen boven de hoofden rondschot­en. En het meisje Mei trok naar de nabije stad, samen met de dich­ter. Haar einde tegemoet.

 Gorters Mei duurt 300 minuten, dat zijn 5 uren, zei or­ganisator Hans Heesen. Het was de vierde keer dat 100 lezers elk een pagina deden. Verrassende er­varing: niet alleen geeft iedere stem de Mei weer een andere klank. Zonder het te weten portret­teren de lezers ook zich­zelf. Gorters gedicht bracht honderd karakters tot leven.   

Tags: 

Gorters Mei hardop (1)

 Het honderd pagina's grote gedicht uit 1889 wordt vandaag in z'n geheel voorgelezen door honderd stemmen in Roodnoot, aan de Oude Vleutenseweg even buiten Utrecht, nabij Leidse Rijn. Het begint straks om drie uur.

 Mei is een ongelukkig verliefd meisje, dat na 31 dagen ster­ven moet. Ik lees om half negen pagina 89, als mijn voorganger is geëindigd met: '...terwijl de stilte peinsde om te raden...'. Waarna ik verder ga met:

'...geluid dat komen zou, terwijl ze ried

En peinsde nog en luisterde, een lied

Speelde daar al en floot een nachtegaal.

Het werd geboren uit de stilte, taal

Van stilte zelf, alsof het zwijgen sprak,

Onmerkbaar overgaand in spraak die brak...'

etc.

 Wat een zin: 'Taal van stilte zelf, alsof het zwijgen sprak..'.

Tags: