'Midden in de Oceaan heb ik een huis gebouwd
De ramen zijn rivieren die uit mijn ogen stromen
Overal over de muren krioelen inktvissen
Hoor hun drie harten slaan hoor hun monden op de ramen kloppen
Vloeibaar huis
Gloeiend huis
Gezwind seizoen
Vliegtuigen leggen eieren
Opgepast we gaan het anker uitwerpen
Opgepast we gaan inkt spuiten
Het zou mooi zijn als u uit de hemel kwam
De hemelse kamperfoelie klimt
De aardse inktvissen pulseren
En zovelen van ons zijn hun eigen doodgraver
Bleke inktvissen in de krijtkleurige golven of bleekmondige
inktvissen
Rondom het huis is deze oceaan die je kent
En die nooit stil is'