Het Parijs van Sarah Hart

 Hoe zou je het best een stad kunnen beschrijven die je goed kent? Het antwoord vind ik in het boekje 'De straten van Parijs' van Sarah Hart, die in Ierland en Engeland opgroeide en op haar twintigste, zoals ze zegt, Parijs cadeau kreeg.

 Een geschenk dat ze 'twintig jaar mocht houden'. Ze beschrijft haar Parijs alsof ze er wandelt, van blikpunt naar blikpunt.

 Haar eerste keer was toen ze met familie, komend uit de Pyreneeën als het ware 'Parijs werd ingezogen'. In Frankrijk en ver daarbuiten leidden toen immers alle wegen naar Parijs.

 Ze woonde in de Rue des ecoles, samen met Rudy Kousbroek. En  schrijft nu over haar plekken daar. Zoals geschilderd door Caillebotte in 'Sur le pont de l'Europe': 'Met de man met de hoge hoed die is blijven stilstaan om door de enorme kruiselingse metalen steunbalken te kijken.' Je kijkt daar naar de treinen.

 Hoe begon haar wonen in Parijs? Alles goed, als het maar in het centrum was. Haar eerste kamer 'was oorspronkelijk misschien een kast geweest, maar toch eerder een toilet, halverwege de trap tussen de voordeur en de rest van de flat. De eigenaar van de flat had de meubels gemaakt, die allemaal tegen de muren konden worden opgeklapt als ze niet gebruikt werden (...). De kamer was net zo groot als het bed, plus net genoeg ruimte om deur open te doen: was je eenmaal binnen, dan moest je op het bed klimmen om de deur weer dicht te doen.'

 Er zijn 230 exemplaren van De straten van Parijs nu te koop  bij liefhebberswinkels. En, dit moet een begin zijn, ik wacht geduldig op het vervolg bij uitgeverij Fragment.