Dat ik de laatste tijd vaker in Zutphen rondkijk, de stad waar ik tot m'n zesde opgroeide, komt door verhalen die ik schrijf, waarin ik huizen, straten, vrouwen en de dood al vroeg ontmoet.
De meest exotische straat van Zutphen was de Rozenhoflaan. Een smal, dichtbegroeid laantje met chique 19de-eeuwse huizen waar mijn artistieke tante Karin Waardenburg woonde, voor ze naar de Martinetsingel verhuisde - ook een schrijver.
Op de site Literair Zutphen van Hans Heesen, die vorige week plechtig in de Broederenkerk werd geopend vind ik nu dat niet alleen mijn tante daar woonde, ook Paul Rodenko, de dichter en bewerker van de 'vrijmoedige' 1001-nacht bewerkingen die door scholieren werden stukgelezen woonde er.
En even verderop aan de Coehoornsingel 58 de sinoloog en door Rudy Kousbroek bewonderde schrijver van de rechter Tie verhalen Robert van Gulik, uit wiens werk Umberto Eco putte voor zijn Naam van de Roos.
Een ontdekking is ook dat D.A.M. Binnendijk, bevriend met Ter Braak en aan het Vossius gymnasium de veelgeprezen leraar Nederlands van de broers Van het Reve, op wie Hanny Michaelis in haar school- en onderduiktijd zo verliefd was, de zoon van een deftige Zutphense hoteleigenaar was - Grand Hotel du Soleil aan de Zaadmarkt.
Voor Jacques Bloem en Clara Eggink moet je wat verderop zijn, aan de Deventerweg 143, vlak achter de Heeckerenlaan 49 waar ik woonde. Mijn moeder kende ze en ook zij staan op Literair Zutphen.