Nogeens Maria. Altijd aan voorbijgelopen uit afkeer van de zoetelijkheid van moeder en kind. Op kindfoto's met moeder probeer ik altijd me los te rukken, mijn eigen weg te gaan. Het kruis wacht, zegt het verhaal.
Hoe kon een bescheiden bijrol in het Bijbelverhaal - ze komt 49 keer eventjes voor - uitgroeien tot de draagster van het katholieke geloof?
Het verhaal waarin God als verteller, onbereikbaar boven alles zweeft en Christus de bovenmenselijke held is. Die net als Socrates sterft voor zijn gelijk. Maar dan die moeder. Ze was na 1500 even weg, het brave meisje met haar moeder en vele halfzussen, maar in de bigotte 19de eeuw keerde ze glorieus terug. Jongens kregen als tweede voornaam Maria, geen muziekkorps van mijnwerkers ging voorbij zonder vaandel met de beschermvrouwe erop. De moedercultus zit er in het Zuiden des lands diep in.
Het zou mooi geweest zijn als Maria behalve oppassende moeder ook meer geweest was in de kerkelijke hiërarchie. Maar de kerk blijft een mannenbastion, celibaat en al. Vrouwen mogen kinderen baren en de kerk stofzuigen. Het duo Venus en de kleine Amor hebben waarschijnlijk model gestaan voor Maria en haar zoontje.. Maar ach..
Gerard Reve heeft me met zijn Mariaverering zelfs nog naar Kevelaer gejaagd. en in Scherpenheuvel zal ik altijd een kaarsje branden voor de madonna, al heb ik mijn auto daar nooit laten zegenen door de priesterploeg die alle dagen klaarstaat.
Het heeft lang geduurd voor ik dat durfde, ik ben immers niet katholiek en het zou schijnheilig zijn. Waarom dan toch? Ik geloof in geloof. In kathedralen met flakkerende vlammetjes. In kitsch. En een lieve moeder had ik ook. De rest is bijzaak.
Ps. Een half pond Mariakaakjes in de week, voor ons ongelovige gezin met drie kinderen, dat was het.