Mooie dubbelzinnige titel voor wat nu te zien is in het Rijksmuseum. Het oude Japan ken je van de prenten, liefst de seks-varianten en dan de landschappen, bruggen, boten en Mount Fuji. De moderne tijd viel Japan binnen met de aardbeving van 1923, die heel Tokio verwoestte. De nieuwe stad die daarna verrees is nu te zien op de prenten in het Rijks.
Modern, jaren '20. Waarom is het me zo vertrouwd? Ik weet het, onze striptekenaars, van Hergé tot Joost Swarte hebben daar hun klare lijn vandaan en hun liefde voor 'moderne' architectuur, treinen, trams, auto's.
Wanneer je de prachtige menigte bekijkt die zich verdringt voor de eerste metrorit in Tokio (1927), de elegante dames met hun pothoedjes, bontkragen en hakken, de smetteloze heren met hun hoeden, de brave kinderen. De baseballwedstrijden, het midgetgolf of het bioscooppubliek. Het lijkt of iedereen meespeelt in een Westerse film.
Stilistisch is het soms in de oude prenten-stijl, maar ook Westerse moderne kunst is in de prenten-industrie doorgedrongen.
Veel prenten van eigentijdse vrouwen, Geisha's zijn er nog, maar ze roken nu sigaretten.
Het hoofdstuk make-up is zeer uitgebreid. Je krijgt tuitmondjes te zien, pruillippen en wufte coctaildrinksters - met kers!. Pothoedjes ook, zeker. Berlijn jaren '20 in Tokio. Kortgeknipte koppies alom.
En dan de portretten van in zichzelf gekeerde piekeraarsters. Piekeren als een vorm van emancipatie. Alles uit de unieke verzameling van Elise Wessels. Later meer.