Getemde hemel (1)

 In Den Haag heb je fietsend wind mee of wind tegen. Maar eigenlijk altijd tegen. 'Tegen de wind op tornen' is de uitdrukking. Miek Zwamborn, als eerste schrijver in residentie in het Gemeentemuseum, maakte niet toevallig de tentoonstelling Getemde Hemel, uit wat ze in de depots vond over weersgesteldheden. Ze ging, zegt ze 'het museum steeds meer als een weers­tation zien'.

 In Den Haag groeide ik op in weer en wind. Maar het kan krasser. Getuige het gedicht 'Krachtens welke natuurwet' van Miek Zwamborn:

twee Amerikaanse boeren, één in '28 en één in '51

omschreven het oog van een orkaan als een wand van wolken

waarin vuurspiralen zich van kleine tornado's probeerden

los te rukken

 

slaap bij vuil weer op je buik

vermijd tenten en bomen

geen wind kan ooit zo volkomen koud zijn

en ontstromen zonder neerslag

van vuurzaden

 

loop weg naar het westen of slaap binnen

waar donderslag niets zal raken

de schichten te ruste legt

tam lijkt te worden - wieling of werveling

wind bevat ook verticale componenten, opklaringen!

 

het krimpend oog van een orkaan is niet ongevaarlijk

je kunt er nog altijd een stoel tegen je hoofd geslingerd krijgen.

Tags: