Bestaan engelen? Het verhaal 'Engel' (1978), nu opgenomen in het juist verschenen 'De verhalen' van Willem Brakman laat daarover geen twijfel bestaan. We zijn in een bejaardenoord. Er is onweer op til.
'Speurend naar de te verwachten lichtflits dwaalden hun ogen heen en weer langs het rollend zwerk en zagen zo bijna gelijktijdig (ook de pekinees gromde) de zwaaiende en fladderende reuzenvogel uit de hemel tuimelen; hij scheerde onhandig langs de centrale antenne, miste op een haar na de dakrand en kwakte daarna klapwiekend op het gras naast de vijver.'
De bewoners weten niet goed raad met de Engel, die een oud mannetje is met vleugels. Ze brengen hem op een brancard naar de ziekenboeg, en daarna naar het dierenparkje, hij is tenslotte half vogel. Maar tenslotte:
'Bij de vijver liep de engel. Hij hupte klapwiekend wat omhoog en rolde weer over de grond met in de lucht malende houten beentjes. Door al het gebuitel was de wollen pij goudgeel van het stuifmeel, de lissen en de boterbloemblaadjes. Alsof hij wist dat hij werd bekeken spreidde hij langzaam en plechtig zijn vleugels uit, daarna begon hij zijn aanloop met grote, gravende passen, als van een hoogspringer. De bruine pij hield hij opgetrokken voor de buik, maar opeens lag hij plat op de vleugels, geel glinsterend en moeiteloos op weg naar de ruimte boven de bomen.'
Toen Nol Gregoor in een radiogesprek voor de AVRO Brakman verweet hier een uitstap te maken naar het 'fantastische genre' en daarmee zijn literaire zelf ontrouw te zijn antwoordde Willem unverfroren dat het verhaal helemaal niet fantastisch was, want engelen bestaan. Gregoor had er niet van terug.