Het Hollandse misverstand over de Alpen is beheersbaarheid. Er sluimert daar halverwege Noord en Zuid een monster. Vrees het. Je weet het nooit met de berg. Dat weten bergbewoners.
Miek Zwamborn schreef 'De duimsprong'. Een boek over mens en berg. Ze verkent ze, te voet. Op zoek naar een man die de bergen in ging en niet terugkwam. Maar ook in de archieven. Waarom gaan mensen de bergen in? Wie De duimsprong leest denkt 'om te verdwalen'. Of te verdwijnen, zoals de figuur Jens in dit boek. Weerberichten wegen er zwaar.
Het is lang geleden dat de Nederlandse literatuur de Alpen nam als wat ze zijn: machtig en onvoorspelbaar. Miek Zwamborn vertelt je wie ze zijn.
Lord Byron overnachtte op weg naar Italië - de oversteek duurde in 1817 vele dagen - bovenop de Simplon, waar hij een gedicht schreef dat hij achterliet onder een steen.
Mist en onweer blijven levensgevaarlijk. De duimsprong: 'Dan betrekt binnen een paar minuten de hemel opnieuw. Al voor de eerste bliksem horen zij steenslag. In de kom begint alles te schuiven. De muren storten in. Losgebroken stenen rollen van grote hoogte naar beneden. Het noodweer sluit hen in. Weggedoken onder een overhellende rots zien ze toe hoe alles broos lijkt te zijn geworden.'
Later meer. Ook over de Sebald-achtige foto's.