Steeds worden er nog overblijfselen van de Beeldenstorm gevonden.
In 1996 onder de vloer van de toren van de Doornse Maartenskerk resten van gekleurde beeldengroepen, 62 fragmenten die samen een pracht van een puzzel opleveren. Het lijden van Christus in combinatie met sibillen - helderziende vrouwen uit de oudheid die de gebeurtenissen uit het Nieuwe Testament voorzagen, altijd rijk gekleed - en profeten. Haksporen in de gezichten, want de kerk was ‘gezuiverd’. Een reformatorische visitatiecommissie vond geen 'ontaeren ende mer andere superstitieuse dingen'.
Hoe passen de brokken? De Judaskus is goed bewaard, de verrader draagt een wit kleed met een verguld halsboord. Zijn haar bestaat uit ‘bruine, zeer brede, golvende lokken die in slakkenhuisachtige spiralen eindigen’. Typisch 'Utrechts haar' heb ik geleerd, dat naar de mode van rond 1500 wijduit staat. Christus' verschijning aan Maria Magdalena is ook thuis te brengen, maar verder? De zoektocht tussen de stukken en brokken in de catalogus duurt voort. En sommige zul je nooit kunnen thuisbrengen zoals deze hand, die rust op een profiellijst. Wiens hand?