Zijn vrouwen bleken me vanmiddag zo vertrouwd. Nu zag ik - vanmiddag in de Kunsthal in Rotterdam - ook waar ze vandaan komen. Hij werd in 1861 geboren in Banyuls, waar de Pyreneeën zich in de Middellandse zee storten. Ik ken het daar.
Forse, gedrongen gestalten, geschikt om in de bergen te werken. In de film die kort voor zijn dood in 1944 werd gemaakt zie je er een paar voorbij komen. Lastdieren met lange, stevige tenen en brede enkels. Van plompheid geen sprake. Onverwacht sierlijk worden ze bij Maillol.
Dat komt ook door de houding. Heel vaak gaat de linkerarm naar het voorhoofd, wissen ze zich het zweet en verzinken in gepeins, met naar binnen gekeerde blik en neergeslagen ogen. Of ze zitten gewoon even uit te rusten van het werk op de hete, stoffige berghelling.
Beeldhouwers. Hoewel hun werk bijna tegengesteld is was de twintig jaar oudere Rodin een fervent bewonderaar van Maillol.