Bij vlagen lees ik in het zo prachtig oeverloze, onvoltooide 'Passagenwerk' of 'Arcaden Project' van Walter Benjamin. Het beslaat twee delen Verzameld werk (Suhrkamp) en werd geschreven en verzameld tussen 1927 en 1940. Helaas niet in het Nederlands. En niet geïllustreerd, wat hoort bij deze droom van de lichtstad en ook door Banjamin zo bedacht was.
Het 19de eeuwse Parijs van de winkelgalerijen die Céline zo anders beschreef in 'Dood op krediet' (zijn ouders hadden hun winkel in zo'n ding, het stonk er altijd).Maar Benjamin bereikt de hoogste toppen bij het beschrijven van de koopgoten van toen, waar binnen en buiten in elkaar overgaan, net als in de wintertuinen en panorama's. Eigenlijk is Parijs bij Benjamin in z'n geheel overdekt. Een spiegelstad vol winkelruiten en nat asfalt. Cafés zonder donkere hoekjes. Iedereen ziet iedereen, van alle kanten.Walter Benjamin is er van overtuigd dat daarom de vrouwen van Parijs ook zo mooi zijn. Voor ze een man onder ogen komen hebben ze zichzelf al tien keer in de spiegel gezien. Ook de mannen komt het ten goede. Ze kleden en bewegen zich beter. Zelfs de ogen van passanten zijn hier spiegels. En kijken twee spiegels elkaar aan, dan haalt Satan zijn liefste truc uit en opent de blik op het oneindige. In de uitzending van 11 augustus spraken Wim Brands en ik met Benjamin-kenners Henk Hoeks en Erik Lindner