'Er vloog een klein station voorbij, niet meer dan een perron, een halfopen juwelenkistje, en alles werd weer donker alsof er kilometers in de omtrek geen Berlijn bestond. Ten slotte verspreidde zich een topazen licht over honderden rails en rijen natte spoorwagons. Langzaam, zeker, bloeiend, trok de reusachtige ijzeren stationsholte de trein naar binnen, en meteen werd die traag, en toen met een schok overbodig.'
Zo eindigt, in de vertaling van Rien Verhoef, het eerste hoofdstuk van wat Nabokov 'de joligste' van zijn romans roemt, dat 'montere monster' Heer, vrouw, boer, voltooid in 1928, uit zijn Berlijnse tijd. Onverholen erotiek. Is Nabokov onze grootste treinschrijver? Ik hou me aanbevolen voor treinpassages. Een krantenberichtje vertelde eens van een hoogbejaarde Italiaanse oud-senator, die in treinen woonde. Zijn gratis spoorabonnement voor het leven was een van zijn laatste bezittingen. Een huis had hij niet meer. En zo reisde hij permanent. Van Lecce naar Cuneo, van Triest naar Livorno.Hij werd dood aangetroffen in een eerste klasse wagon.