Nooit heb ik een dagboek bijgehouden. Wat ik opschrijf heeft een direct doel, zoals een brief, een klad voor een stukje of aantekeningen om iets niet te vergeten. Zo gaat het meestal. Scripta manent, veel vertaald als 'Wie schrijft die blijft' was niet meer dan een aanmaning om een goede boekhouding bij te houden, leerde ik.
Het nieuwe nummer van het Tijdschrift Extaze is gewijd aan Dagboeken en daar kom je het dilemma tegen. Is het voor jezelf of voor iets of iemand anders. Dat eerste is zeldzaam. Soms kom je een Romeinse potscherf tegen met een korte liefdesverklaring. Echte dagboeken zijn vaak deels onbegrijpelijk. Cesare Pavese bewerkte zijn 'Leven als ambacht tot literatuur.
Hein Aalders heeft Slauerhoffs nalatenschap nagezocht op dagboeken en vond ze alleen uit 1925-1927 maar verder wel frappante losse teksten. Zoals een stukje voor de Nieuwe Arnhemse courant uit 1931, waarin 'Slau' uitpakt over Hitler: 'Hij is als de kip zonder kop, die nooit een ei legt en alleen omdat hij zo luid kraaien kan, denkt dat hij een haan is. Dat hij het zelf denkt is niet zo erg. Maar dat een groot deel van het Duitse volk het met hem denkt, is wel erg (...) Als men een hond altijd trompetgeschal laat horen bij zijn maaltijd en ten slotte de maaltijd weglaat en alleen de trompet blaast, dan functioneren de spijsverteringsklieren evengoed; zo worden weer dezelfde sappen afgescheiden. Dit is een bekende fysiologische proef. Bij het Duitse volk is het net zo. Het neemt op het laatst met lawaai alleen genoegen, het watertandt zelfs, het ziet de heilstaat nabij.'
En hij eindigt: 'Hitler is niet de berg die een muis baart. Hij is een muis die een berg zal baren, een berg onheil.'