Het duister valt over de heuvels van het Pajottenland. We zouden onze vingers aan de taalgrens leggen. Wat zijn Pajotten vraag ik. Filip Rogiers weet het niet. Terwijl hij toch bijna alles weet over het taalgrensgebied. Ginds is Lessines, waar Magritte geboren werd en daar komt Urbanus vandaan. Hij zou er een boek over schrijven maar de uitgever wilde liever iets over Vlaams Blok. Dat werd 'Eigen schuld eerst' (2001). Getuige zijn 'Buurtpatrouille' komt Rogiers als verslaggever van De Morgen overal in Vlaanderen. Afkomstig uit Gent werd hij een overtuigd Brusselaar. Hier is de smeltkroes, hier zal het gebeuren. Of ik wist dat Geert van Istendael en zijn vrienden elke week cabaret opvoeren, in de Marollen, in het Brussels?
Daar leeft wat hier in Enghien-Edingen verloren gaat. Enghien, Franstalig gebied, maar sinds 1963 met 'faciliteiten' voor Vlaamstaligen op het stadhuis, in het onderwijs en dubbele straatnaambordjes. Gevoeligheden genoeg, maar de echte taalgrensstrijd bleef toch beperkt tot de Voerstreek en Komen. Het Vlaamse Belang met z'n hang naar etnic cleansing is het echte gevaar. Filip vraagt het een oude heer in het café. Beluistert zijn Henegouws-Vlaams en stelt vast dat hij een der laatsten is. Zijn kinderen en kleinkinderen spreken Frans. 't Is voorbij, la Belgique de Papa, tenminste hier, zeker en vast. Er zou een Belgisch P.J.Meertens Instituut moeten zijn om vast te leggen wat er nog over is van het elegante 'melangeren', het permanente sociale pendelen tussen Vlaams en Waals.Filip heeft hoop op Brussel als nieuwe smeltkroes. Met een politieke status aparte, als een Washington DC of Quebec (waar hij op studiereis was). De taalgrens heeft z'n dienst gedaan. Er is een rechtvaardige verdeling bereikt. Vlaanderen en Wallonië kunnen versmelten, maar nu op gelijke basis. Leve de Belgitude! zeg ik hem na. Maandag na 21.00 het tweede deel van ons verslag in de AvondenPS. ''Paille'' is stro, ze bouwden hier vroeger huizen van leem, versterkt met stro.