Het is 2014. Honderd jaar geleden, in de zomer werd Antwerpen door de Duitsers gebombardeerd vanuit Zeppelins.
Over het leven in zijn verwoeste geboorteplaats schreef Paul van Ostaijen (1896-1926) het grote gedicht 'Bezette stad'. Dezer dagen heruitgegeven in de originele dadaïstische typografie van zijn vriend Oscar Jespers. Vandaag las ik het - dwars door de typografie heen - opnieuw. Oorverdovend, alle zinnen prikkelend. Nergens in poëzie gaan trams zo gillend door de bocht, stromen gevechten zo logisch over in bordeelscènes, worden film, theater en kerk zo’n totaaltheater. En zijn pijn, angst en kou zo alom aanwezig. Zwarte handel, reclame en champagne krijgen hun eigen logica als overleven het enige overgebleven doel is.
Van Ostaijen vluchtte na de oorlog op 22‑jarige leeftijd naar Berlijn. Daar schreef hij behalve Bezette stad ook het dadaïstisch filmscenario 'De bankroetjazz'. Het verhaal van een jazzrevolutie die zich verspreidt over Europa en met een waanzinnig financieel plan geheel Europa in een feestelijk bankroet stort. Pas in 2009 werd het verfilmd, in Nederland.
Donderdag as. een Van Ostaijen-avond in de Amsterdamse Nieuwe Liefde. Met visualia, experiment en muziek: 'We moeten bloot zijn en beginnen!' Ga!