Jacques Bloem kruiste het pad van mijn moeder, die geen gedichten las. Voor de oorlog woonden ze allebei op Kijkduin. Hij zal zijn hoed voor de knappe kweekschoolleerlinge hebben afgenomen.
Hij naar Den Haag om te drinken, zij om te leren. Tot Duitse parachutisten in de kamers van Kijkduin stonden. Vrienden Du Perron en Ter Braak waren dood, het schip waarmee Marsman - van wie hij nog een lange gedicht-brief uit Frankrijk kreeg voor zijn 50ste verjaardag, verging. Bloem bekwam van zijn bewondering voor het Derde Rijk.
Kijkduin werd ontruimd. De bevrijding maakten mijn moeder en hij beiden mee in Zutphen, aan weerszijden van de Deventerweg. Allebei in een half verwoest huis. Er ontplofte een munitietrein achter de Deventerweg, later ook een kolentrein, waarna half Zutphen met emmertjes uitrukte om kolen te rapen.
Er was geen drank, dat deed Bloem goed. Klagen deed hij nu met reden, geen licht om bij te lezen. Op 29 januari 1944: 'Weliswaar lijden wij hier nog niet bepaald gebrek maar om dit te bereiken moet men den ganschen dag kilometers sjouwen om alles aan te slepen, voedsel en hout, en dit weer zagen en hakken, hetgeen een hondsch werk is. Is het eindelijk avond geworden, dan kan men haast niet lezen.'
Net als mijn ouders en ik overnachtte ook de familie Bloem met hun zoontje - dat ook Wim heette - in de kelder. Maar Clara kreeg er genoeg van en ging weer boven slapen. Tot die nacht dat ze 'wakker schokte': 'Ik sprong op en op dat zelfde ogenblik kwam Wim huilend de trap af en zei: 'Nou is Fey dood' (Bloem heette thuis Fey) 'Boven gekomen vonden wij Jacques gezeten op de rand van zijn bed, dat een eindje van dat van Wim afstond, zoekend naar zijn bril in een sneeuwbui van kalk, maar onbeschadigd. De granaat was dwars door Wims bed gegaan.' De Duitsers zaten nog in de tuinen rondom. Vlak voor hun ogen werden mensen doodgeschoten.
Na de bevrijding ging mijn moeder weleens bij ze langs en nam mij mee. Ze wist te vertellen dat ik als driejarige op de knie mocht zitten van de vriendelijke man die bij de griffie werkte. Mijn moeder las geen gedichten. Ze deelde een hulp in de huishouding met Clara.