In 'Ademgaten', de bloemlezing die Tijs Goldschmidt maakte uit het werk van de schrijver, dichter, bioloog Dick Hillenius (1927-1987) gaat het ook over tuinieren. Over 'groei, uitbreiding, strijd, bloei, omvallen, doorgaan of verrotten, beweging.' Hij laat de tuin meestal z'n eigen gang gaan.
'Omdat ik- net als Vlaamse gaaien - gezegend ben met een slecht geheugen, vergeet ik gauw de mislukkingen en ook de plekken waar ik geplant heb, zodat ik bij elk bezoek wel iets ontdek wat ik vergeten was. Dat is een van de gelukkigste dingen die me kunnen gebeuren. Een tuin is een soort ruimer geheugen.'
Hij zegt: 'Een tuin is veel meer dan er staat.'
Veel dode vrienden leven er voort door de planten die ze hem eens gaven.
Ik heb geen tuin, een balkon is me genoeg. Maar de vragen en verrassingen zijn de zelfde. Waar komt deze brandnetel vandaan?
Hillenius, die ik meermaals bezocht in zijn houten werkhuisje achterin Artis, temidden van aquaria en terraria vol kleine dieren, nam van zijn reizen vak planten mee. Hij dichtte:
wandelen in een tuin/ is dwalen in een ruim geheugen/ alles heeft herkomst/ verre plekken die herinnerd blijven
En dan: de tuin ben jij.