Tomas Lieske

 Stel je voor, een zwarte straatbende in de Parijse Rue du Faubourg St.Denis. Niet ver van de pronkgraven van Franse vors­ten. Afrikaanse jongens die mekaar in Afrikaans bargoens geschreven gedichten voordragen. Eerbewijzen zijn het, aan wie? Ja dat zijn de literaire helden van dichter Tomas Lieske. En daarmee trek­ken ze op naar de kathedraal. Want alles kan. Hier het eerbewijs aan W.G.Sebald, zo geïntroduceerd: 'Goa, de supermarkt op het eind van de Boulevard de la Villette bij Stalingrad, heeft naast veel Aziatische producten genoeg ingrediënten voor de echte Afrikaans keuken. Genoeg om de herinneringen levendig te houden. En iets terug op de boulevard vind je een kleine winkel met een echte sangoma, een medicijnman die kruiden, poeiers en gedroogde zeepaardjes verkoopt. Het zijn kleine aandenkens aan míjn verloren wereld.'

En dan komt Sebald, geboren in Wertach:

'Nu ik het dorp verlaat weet ik dat ik het nooit/ terug zal zien, probeer ik alles te onthouden: / de suikersmaak van de witte dovenetel,/ de stemmen van mijn gestorven grootouders/ die na hun dood op de hete zomerzolder thee/ kwamen drinken, het luik dat ademhaalde,/ de milde wind die alle vaantjes draait./ De pisgele, vissige tanden van de waakhond,/ de vermoeide vingertoppen van mijn moeder./ De uit traumafietsband gesneden scharnieren/ van de konijnenhokken, de oneetbare meubels/ van hazelnoottaart, de ritssluiting van hagedissen./ De verende plank op de twee uiterste stoelen/ zodat vier extra kinderen dicht tegen elkaar aan/ geschoven aan tafel kunnen zingen en eten./ De heg met de mathematische spinnen, de last/ van insecten die boodschappen overbrengen/ in onleesbare code, de sepia foto's, het lint/ van de bruiloft, het kinderbestek met inscriptie,/ de kamphelmen in de uniformkast.' 

Zie de bundel 'Keto, stiefcommando'.