Terug naar Kijkduin

 Remco Camperts nieuwe bundel Verloop van jaren heeft een omslag van Emo Verkerk en beweegt helder en precies door het voorafgaande. Op pagina 42 komt Kijkduin in beeld. Twee jongensjaren, van 1937-1939, die veel sporen nalieten.

 Tijdens de jongstleden dinsdagavond van de Parelduiker draaide ik een stukje van Het einde van een stad, zijn hoorspel uit 1977, waarin hij zelf meespeelde. Oorlogsgeweld afgewisseld met mijmeringen over zee en strand. Die beide in de nieuwe bundel terugkomen.

 Hij woonde er met zijn moeder in een huis met Jacques Bloem, Clara Eggink en hun zoontje Wim, die net als Remco naar de Kijkduinschool ging. Zijn vader die soms langskwam versierde Clara. Zij schreef: 'Nu was 't noodlot wel een wezen ‑ als je het zo noemen kan ‑ dat altijd een grote belan­gstelling voor me had. Ik begon me net een beetje te schikken toen het Jan Campert voor mijn neus zette. Nee ik ga niet klagen over mijn tweede huwelijk. Maar de waanzin was het wel. Het heeft ook maar kort geduurd, anderhalf jaar of zoiets.'

 Bloem mocht Jan Campert wel, schrijft Clara. Met als gevolg dat er op Kijkduin, Duinlaan 143 ‑ het huis bestaat nog ‑ een huishouden ontstond bestaande uit Jan Campert en Clara Eggink, met twee kinderen: Wim Bloem en Remco. Tot in mei 1940 het nabije vliegveld Ockenburg werd gebombardeerd en de hele Kijkduinse kolonie z'n huis uit moest voor de bouw van de Atlantikwall. Maar Remco was toen al weg naar Den Haag.

 Na de oorlog zag ik wat restte van Kijkduin, ik woonde vlakbij, achter Meer en Bos.

 Onze radiojaren. Ik herinner me nog dit. Remco aan de lijn rond 1984: 'Kun je vanavond langskomen, Wim Kayzer komt me interviewen en daar word ik heel zenuwachtig van. Hij begint vast over mijn vader.' Daar zaten we, Kayzer aan de ene kant van de tafel met z'n recorder, Remco en ik aan de andere. En hij vroeg naar Jan Campert. Remco pakte onder de tafel mijn knie, kneep er in en antwoordde vooral dat hij z'n vader weinig gezien had.

 Over Kijkduin ging het niet. Daar ligt nog veel. Biografe Mirjam van Hengel moet het maar grondig uitgraven.