Ben ik hier nog gewenst? Of is dit iets louter tussen schilder en model en kan ik me beter stilletjes uit de voeten maken?
In de jaren '30, de vorige crisistijd, had men in de schilderkunst een voorkeur voor klassieke onderwerpen: stillevens, landschappen, (zelf)portretten en naakten. Het onwerkelijke, het statische sloop erin, niet alleen bij Willink, Pyke Koch, Raoul Hynckes en Moesman. Ook in deze van Edgar Fernhout uit 1936. En dat met grote precisie.
Waarom? K.Michel schreef me 'Ik heb weleens horen zeggen dat het moeilijkste om te schilderen bij een naakt de blik is.' Bij de lege blikken op Lucian Freud-portretten denk ik aan de maandenlange zittingen die er voor nodig waren. En dit Fernhout-model sluit wijselijk de ogen. Of slaapt ze?
Vanavond na 22.00 in de Avonden meer.