Straatnamen, de naam. Marcel Proust heeft de betoverende werking van plaatsnamen beschreven. Namen beloven, spiegelen reizen voor, herbergen verlangen in hun klank. Ik bekijk de kaart. Terzijde van waar nu het Haagse Centraal Station is ligt nog steeds de Oranje Buitensingel, die doorloopt naar de Koninginnegracht. De kade aan de overkant heet de Zwarteweg.
Aan de Zwarteweg stond eens het statige zuilengebouw voor Kunsten en Wetenschappen, met concertzaal. Voor de trappen, op de Zwarteweg lagen parkeersporen van de HTM voor de aanhangwagens met schoolkinderen die daar werden aangevoerd om schoolconcerten van het Kunstmaand Orkest van Anton Kersjes bij te wonen.
Links van het majestueuze gebouw begon een smalle doorgang die de Muzenstraat heette, vast vanwege de Kunsten en Wetenschappen om de hoek, en uitkwam op de Fluwelen Burgwal.
In de Muzenstraat moest ik na mijn zeventiende jaarlijks om half zeven in de ochtend zijn, in het Militair Hospitaal, achter het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen, voor de Militaire Dienst-keuring. Eerst doorlichten, dan beginnen met de Morsetest, waarvoor ik altijd zakte. Tenslotte, aan het eind van de dag het gesprek met de legerpsycholoog aan de Laan Copes van Cattenburgh om Uitstel van Eerste Oefening. Ik probeerde telkens afgekeurd te worden, maar men twijfelde aan de waanzin die ik voorwendde.
Tenslotte werd ik Voorgoed Ongeschikt verklaard. Het gebouw van Kunsten en Wetenschappen brandde in 1964 af, het Militair Hospitaal werd - net als het hele buurtje - gesloopt en vervangen door nieuwbouw van ministeries, onder meer de Autoriteit Consument & Markt.
De naam Muzenstraat, beroofd van elke betekenis, leeft voort.
ps. Ik schreef een verhaaltje, getiteld Muzenstraat voor mijn bundel Haagse verhalen, die - met tekeningen van Marcel van Eeden - komend voorjaar verschijnt.