Moeder doen

 Rond dat boek van Frank Starik werd gister in de molen in Utrecht een sessie van de Vorlesebühne belegd door Bernhard Christiansen.

 De zon ging schitterend onder en de moederverhalen kwamen. Ik zocht tevoren de Nederlandse literatuur nog af en vond weinig. De moeder van Gerard Reve zit op haar keukenstoel, in hoger sferen, 'eindelijk eens goed gekleed.' Maar de afstand blijft in zijn generatie groot. Vooral tussen zonen en moeders. Remco Campert: 'Dag moeder.'

 Starik las gisteren onder meer: 'Ik vind het maar moeilijk dat mijn moeder een lichaam heeft, het boezemt me afschuw in. Ik zal haar morgen in een rolstoel door het ziekenhuis moeten duwen. Moet ik haar ook uit bed sjorren? Dat verfrommelde restje mens? De vorige keer droeg ze een soort ziekenhuisschort, dat half van een schouder was afgegleden. Wit vlees, blauw dooraderd. Ik durf dat niet aan te raken.

 "We hebben haar op de pot gezet," meldt Laura, die immers ervaren is met de zaken des vleses, de uitgang des levens, Laura, die dat helemaal niet gek vindt.'

 Starik beschrijft machteloosheid, de pijnlijke grenzen van nabijheid. Ooit zette je moeder je op de pot, nu is het godweet jouw beurt.