Met een helder hoofd verliet ik Museum Boijmans. Het bad in het minimalisme had me goed gedaan. Weinig kan genoeg zijn, en meer.
Het raadsel dat daar bij komt is hoe het weinige, ruimte, helderheid, zo veel in je hoofd aan het werk kan zetten. Grote schoonmaak, maar dan? Ik ben een boon als ik begrijp hoe het werkt.
Ik zag werk van Jan Schoonhoven en dacht aan z'n betoog - op film - over eindeloos overgeverfde, ijzeren hekken in Delft. De lichte onregelmatigheden in de regelmaat. Aan mijn vriend Dave Meijer, die me wees op de zijkanten van z'n doeken, waar het linnen over het raam gespannen zit en uitlopers van verflagen de schilder verraden. Aan Ben Akkerman die bleef hameren op de randjes van z'n tekeningen. Immers, zo'n schilderij, zo'n tekening houdt ergens op, zei hij. En daar zit de spanning.
Daar gebeurt het. Wat? In Boijmans wordt het woord mythe gebruikt voor het raadsel van het weinige. Dat wat je niet weet, maar met een paar lijnen of vlakken kunt doen vermoeden. Minimalisten zijn geen puriteinen, ze zijn romantici.