Lisette Pelsers

 Zij was het die me per telefoon naar de Enschedese flat van Ben Akkerman loodste, de nu gestorven grootmeester van de randen en randjes. Zij was het die de schilderijen van Willem Brakman ten­toonstelde in het Rijks Twenthe, en er niet voor terugschrok Willems complete werkhok naar het museum over te brengen.

 Ze gaf hem ook permissie om 's ochtends voor openingstijd te komen kijken als er nog niemand was, waar een mooi boekje van kwam: Brakman's route door het Rijksmuseum Twenthe'. En nu wordt ze opeens directeur van Kröller-Müller. We spraken af in Otterlo, in een uitspanning die gesloten bleek. Er staat: 'Wij genieten van de uitgestorven landstreek en mystieke sfeer.'

 Ze verruilt haar blauw suède hakken voor wandelstappers en ontvouwt lopend haar plannen. Ook Kröller-Müller is veel geld kwijtgeraakt aan de bezuinigingen, maar klagen wil ze niet. Dat helpt niemand. Plannen genoeg. Haar 'crowd funding' in Enschede werkte: de vrienden van het museum hielpen mee een Gainsborough te kopen. Dat is nu hun schilderij, in hun muse­um. Zoiets kan hier ook. Komend jaar worden meer dan 300.000 bezoekers verwacht. Eerst voor de pointillisten Seurat en Signac die nog door haar voorganger zijn gepland. Dan is zij aan de beurt. Wordt het Brancusi? In de verte, achter de berken en pijnbomen zie ik Hélène Kröller-Müller voorbij rijden, in amazonezit. Ze knikt goed­keurend. Later meer.